Tot ik in 1970 De Eend kocht liep en fietste ik veel door Bunkerstad. Daarna bewoog ik me voort op vier wielen. Dat was prettig omdat het tijd opleverde als ik als journalist van a naar b reed. Als ik die afstanden lopend had moeten afleggen was mijn werkdag die ik niet had korter geweest. In die tijd werd er niet nagedacht over het milieu en de benzine kostte een kwartje per oude cent.
Was ik voor die tijd een fanatieke loper? Ik weet het niet en De Eend was nog niet in mijn leven. Ik liep de nodige afstanden omdat het niet anders kon. Soms over de vluchtstrook van snelwegen als ik van stad a naar stad b moest. Ik nam nooit de middenweg op die A-wegen, dat was te gevaarlijk en zou ik nu deze column niet kunnen schrijven. Een auto is op zo’n moment dodelijker dan een mens. Behalve als je in een tank zit, dan zijn mens en tank dodelijker.
Waarom schrijf ik dit? Mijn vriendin, de kleindochter van zeevisser Thijmen, loopt elke dag veel kilometers, nu in een ver buitenland waar nog geen coronavirus heerst. Ze meldt 15, 20, 25 kilometer op een dag gelopen te hebben, ik krijg het er benauwd van als niet-loper.
Al in De Eendperiode kreeg ik een Rottweiler voor mijn verjaardag van de moeder van mijn kinderen. Quintus, zo heette de hond. Dat veranderde mijn beweegpatroon weer. Met de hond liep ik door polders, weilanden, grienden, de stad en veengebieden en bossen. Dat was prettig omdat ik met de hond geen gesprekken hoefde te voeren. Stilte omgaf ons. Tijdens die wandelingen dacht ik veel na, nee, niet over de zin van het bestaan. Dat is zinloos. Zo wist ik dat ik naar alle waarschijnlijkheid Quintus zou overleven, zonder hem verder moest. De hond wist dat niet.
Met de hond en mijn kinderen wandelde ik door bossen en over heidevelden. Af en toe verdwaalden we, Quintus was geen speurhond. Soms liep ik op een zondag met de moeder van mijn kinderen, een allerliefste vrouw, door een buurt en keken dan in de huizen van mensen. Kuieren wordt dat in Vollenhove genoemd. Toen Quintus doodging fietste ik zonder hond maar met de kinderen door bos en hei. Tot ze het huis uitgingen.
Ik bewoog niet meer. Ik mis het niet en ben al zo oud dat tijd weer kostbaar is. Lopen vertraagt.
De hond mis ik nog vaak, hij is al heel lang dood. Hij was mijn grote vriend en paste naadloos bij mij. Ook geen middenwegger. En ik heb hem inderdaad overleefd.
Moedig voorwaarts!
Michel Ball zegt
Joop je MOET in beweging blijven.
Blijven lopen! Verzin een list.
Wat is de dichtstbijzijnde PostNL-brievenbus?
Ligt die ongeveer 15-20 minuten van de Kloosterbunker?
Prima !!! Schrijf elke dag een kaartje aan een (bijna)vergeten vriend of kennis en ga dat kaartje op de bus doen.
Het mes snijdt in dit geval aan twee kanten:1. contact met een (bijna) vergeten vriend of kennis. 2. Een gezonde wandeling. Zet ‘m op Joop!
Reactie van Joop: Ik heb geen vrienden en de postbussen zijn in Bunkerwijk afgeschaft omdat niemand er meer een brief in stopte. Ik zit elke dag op een hometrainer en loop van restaurant naar restaurant. Ik beweeg wel mijn oogleden. En de linker hersenhelft.