Mijn kleinzoon van 6 was met zijn ouders en twee honden bij mij. De ouders lieten de honden uit en we gingen een album met voetbalplaatjes kijken. Mijn kleinzoon zit ook op voetbal en we kregen het over de hiërarchie binnen het elftal. Hoe ziet hij zichzelf, een baas of een volger? Het gesprek kwam op het baaszijn.
‘Kleinzoon’, sprak ik, ‘je bent altijd je eigen baas, vergeet dat niet. Niemand anders heeft iets te zeggen over jou.’ Het was kort door de bocht, besefte ik wel. ‘Ja maar opa, papa is toch de baas.’ ‘Nee, kleinzoon, papa is jouw vader en door de wetgever aangesteld, samen met mama, om voor jouw welzijn te zorgen. Maar hij is niet jouw baas al moet je wel naar hem luisteren als hij je iets vraagt.’ Mijn kleinzoon knikte.
‘Is dit een prikplant,’ vroeg mijn kleinzoon terwijl hij de gekartelde stengels van een vetplant vasthield. Zijn ouders kwamen weer terug in de Kloosterbunker met de honden die geen waakhonden zijn maar slaaphonden. De een geeuwde nog heftiger dan de andere. Ik kreeg de indruk dat mijn kleinzoon met een toch iets andere blik naar zijn vader keek na ons gesprekje.
Moedig voorwaarts!