Mijn kleinzoon van zes staat voor me. Hij kijkt mij indringend aan, wil wat vertellen. ‘Joop’, zegt hij, en begint dan zijn verhaal. Misschien dat hij zich vergist door mij direct bij mijn naam te noemen, in plaats van opa Joop, zoals gebruikelijk. Aan mijn gezicht valt niks af te lezen, maar ik moet er wel een beetje om grinniken.
Nu is er nog maar één kleinkind die mij opa Joop noemt.
Er is wat raars met mijn hoedanigheden. Natuurlijk, als ik brieven ontvang van de belastingdienst of laatst van het Centraal Juridisch Incassobureau wegens 4 kilometer te hard rijden, zijn die brieven keurig gericht aan de heer J. Hoek. En bewoners van het Kloosterbunkergebouw noemen mij buurman.
Maar mijn kinderen, neven en nichten, hun kinderen en achterban, de vrienden van mijn kinderen, mijn ex-schoonzoons en alle anderen noemen mij ondanks het decenniaverschil in leeftijd Joop. Ik heb mijn kinderen nooit gezegd dat ze mij Joop konden noemen. Hun moeder noemen ze mama. Mijn dochter is er mee begonnen. Ze kon nog maar net praten toen ze mij bij mijn voornaam noemde. Hun moeder deed geen moeite dat te corrigeren, ik ook niet.
Hoe komt het toch? Misschien omdat ik me altijd voorstel als Joop. Wat moet je ook anders zeggen? Meneer Hoek, als ik iemand een hand geef?
Gelukkig kan ik ook opa zijn als ik Joop word genoemd. Opa Joop. Een titelloze grootvader.
Moedig voorwaarts!
Zeshin zegt
Joop betekent opa maar word verkeerd gespeld
Jo-op’a’ ze vergeten altijd de ‘A’ Jo Opa betekent Ja Opa