Toen ik een kleine jongen was, hadden we al tv. Het toestel was op afbetaling gekocht en elke vrijdagavond werd door een knecht van het bedrijf de aflossingpennningen geïncasseerd.
Er waren toen niet zoveel netten als nu, hoogstens twee. En er werd geloof ik ook niet elke dag uitgezonden. Het toestel was met een lint aan de antenne op het dak verbonden. Als het stormde was er geen ontvangst.
Het was voor mij als kind een pure sensatie om naar bewegende beelden te kijken. De enige spelbrekers waren mijn ouders. Ik maakte me in mijn stoel zo klein mogelijk om niet op te vallen en de hele uitzending van enkele uren te zien. Maar altijd was er toch weer de stem van een van mijn ouders en ik gemaand werd naar bed te gaan ‘omdat het tijd’ was.
Ik werd elke dag ouder en mijn ouders accepteerden dat. ‘Omdat het tijd’ was klonk steeds later en ik hoefde me niet meer klein te maken om niet op te vallen. Het was helemaal feest als Frans en Grietje- mijn ouders, tijdens een uitzending in slaap sukkelden en ik één was met de verrekijk, zoals Gerard Reve het apparaat noemde.
Moedig voorwaarts!
G.J. Smeets zegt
Joop,
jij had als t.v. kijkend jongetje destijds twee t.v.-netten tot je beschikking. Ik had er drie. We woonden een steenworp van de grens met Duitsland en mijn vader had een extra raster aan de antennepaal op het dak gemonteerd om de West Deutsche Rundfunk op te vangen. Aldus zag ik de zesdelige serie ’So weit die Füsse tragen’ over een Duitse krijgsgevangene die na de tweede wereldoorlog uit Rusland probeerde te vluchten. Met die verrekijk ging toen een wereld voor me open.
Joost zegt
Ja, wat een tijd. 9 jaar was ik toen de fouragehandel in ons dorp als eerste tv had. Op de woensdagmiddag zat de hele kamer vol bij die mensen met kinderen, pipo de clown kijken.
Mooie herinneringen.