Zelfs toen ik een naar het communisme en marxisme neigende socialist was, hield ik van ons koningshuis. Ik zei wel tegen mijn familie en vrienden dat ik de monarchie niet zag zitten, maar ben nooit een republikein geworden. Natuurlijk, er zijn leden van de koninklijke familie geweest wiens/wier handelen niet door de beugel kon, zoals Prins B., die mij een paar uur voor zijn overlijden nog een brief liet schrijven. Maar die feiten zijn bekend.
Nederland is een land geworden van liegende en bedriegende politici. Het pluche van de zetel is warmer dan de waarheid. We leven volgens mijn boeddhistische leraar in een gedegenereerde tijd. De lotus heeft moeite om uit de modder te rijzen.
Gisteren was het vijf jaar geleden dat de prins van Oranje Willem-Alexander onze koning werd. Tijdens zijn inhuldiging sprak hij niet over staatszaken, maar over zijn moeder die hem samen met haar man Claus opvoedde tot wie hij nu is. Een respectabel en warm mens. En wat hebben we die nodig in een tijd van list en bedrog. Een man, een koning, die met uitgestoken hand op mensen afloopt, zijn medeleven toont, zijn verdriet niet schuwt te tonen. Die niet liegt en bedriegt. Een man die er is waar hij nodig is. Mensen omarmt, hoop geeft, al heeft hij zelf de macht en middelen niet om de ellende te lenigen. Boeddha had die ook niet, maar liet ons zijn mooie gedachtengoed na. Een leer van hoop, compassie en liefde. Het is niet voor niks dat in sommige boeddhistische tradities de monnikspij oranje is.
Ik noem Willem-Alexander koning boeddha, een man die de koninklijke middenweg bewandelt. Moge hij een lang en gelukkig leven hebben, samen met zijn onderdanen. En voor de reaguurders: ja ik weet dat het koningshuis miljoenen kost, maar de Tweede Kamerstal ook.
Moedig voorwaarts!