De vogelverschrikker neemt zijn hoed niet af als de koning voorbij komt. Dat kan hij natuurlijk ook niet, maar er spreekt wel een gevoel uit deze woorden. Een gevoel van eigenwaarde, van trots misschien. Deze figuur is gekleed in lompen en heeft een oude, versleten hoed op zijn hoofd. Hij staat onderaan in de hiërarchie. Maar hij heeft een functie: hij beschermt het gewas tegen de vraatzucht van vogels.