Het hele boek is doorspekt van dharmataal. Veel wordt expliciet en impliciet in de context geplaatst van beelden uit de Mahayana-sutra’s, alleen een straat passeren kan al staan voor de oversteek maken naar ‘gene zijde’. Er wordt uiteraard ook veel de draak gestoken met valse heiligheid, op een manier die enigszins doet denken aan de zentrilogie van Jan Willem van de Wetering.