Iedereen die met zenmeditatie begint krijgt, onverbiddelijk de vele verhalen te horen die over de grote zenmeesters worden verteld. Een van de bekendste verhalen is dat van het koksmaatje Huineng of kortweg Neng, zoals Kuiken hem noemt. Er bestaan verschillende versies van het verhaal. Het vertelt hoe Neng, die leefde van 638 tot 713, als jongen op een keer iemand de Diamantsutra (Vajraccedikasūtra) hoorde opzeggen. Hij kreeg op slag het verlossende inzicht en reisde vervolgens naar het Oostelijk Meditatieklooster in Huangmei waar de abt de beroemde Hongren [弘忍 ] was. Daar vroeg hij om als monnik toegelaten te worden. Hongren was een beetje verbaasd en was niet erg geneigd om aan dit verzoek te voldoen. Uiteindelijk was Neng een Klao, een barbaar uit het zuiden en hij had totaal geen opleiding gehad. Hij kon niet eens lezen
Song Zhiwen
Boeken – Op zoek naar de Zesde Zenvader
Wie ‘zen’ zegt, denkt aan Japan, maar de uitvinders van het zenboeddhisme waren Chinese monniken. Dit boek gaat over Huineng (kortweg: Neng, gestorven in 713), de zesde en laatste van deze ‘zenvaders’. In een klooster in Zuid-China wordt een gelakte ‘mummie’ van hem vereerd. Cultuurhistoricus dr. Kees Kuiken, voorheen tolk/vertaler Chinees, onderzocht deze en andere overleveringen over Neng.