Het aanbod aan betekenisgeving was met zesentwintig partijen zeer divers. Daarin verschillen we van Engeland of de VS. Sommige partijen hebben een ideologische basis, andere partijen bestrijden juist ideologieën. Populistische lijsttrekkers vielen op door hun onderbuikspreken, naar eigen zeggen namens het zwevende volk. Enkele partijen gebruikten de democratische verkiezingen om de democratie welbewust uit te hollen. Nogal wat partijen mikten op proteststemmen of op nationalistische sentimenten. Soms kwam men met voorstellen die tegen de Grondwet ingingen en bevolkingsgroepen discrimineerden. En dan waren er ook nog one-issuepartijen en deelgroeppartijen. Hoe plooiden die het algemeen belang met hun particuliere wensen?
route
Haiku
…