Tot 1956 moesten getrouwde vrouwen hun man om geld en toestemming vragen als ze bijvoorbeeld kleding of apparaten wilden kopen. Ook konden ze geen verzekeringen afsluiten of geld van de bank halen. Vrouwen waren ‘handelingsonbekwaam’, zoals dat indertijd werd genoemd. Alleen voor de dagelijkse boodschappen kreeg de vrouw huishoudgeld en de goedkeuring van de echtgenoot. Op 14 juni 1956 werd deze ‘Wet handelingsonbekwaamheid’ afgeschaft. Het bleef echter in veel beroepsgroepen nog jarenlang normaal dat vrouwen hun werk door huwelijk of zwangerschap kwijtraakten. Nu nog krijgen vrouwen vaak minder betaald voor hetzelfde werk als mannen. Bay Hagebeek luisterde naar een vrouw die decennia terug al een rechtszaak aanspande tegen haar werkgever en die ook won.