‘Ik walg van mezelf en schaam me dat ik mijn blik afwendde, – dat ook ik mensen het zwijgen had opgelegd en de zorg voor anderen in een positie had gebracht. Die vrouwen hadden me verteld over hun pijn en dat gevoel had ik gekalmeerd. Ik was onderdeel geworden van de machine van het normaliseren van misbruik, langzaam groeiende blinder om alle ‘ismen’ uit te spelen. Als ik dat doe, doet dat mensen pijn en het spijt me.’