Het grootste struikelblok is ook bij Feuerbach de theodicee, de vraag hoe een goede almachtige God de mens aan zo’n aards tranendal kan onderwerpen. Deze vraag verdwijnt zodra je inziet dat God niets anders is dan een projectie van de mens. De theologie wordt zo een antropologie. De eigenschappen van God kunnen dan worden verklaard uit de voorkeuren en neigingen van de mens. Zo kun je ook de obsessie met wonderen in het christendom begrijpen.