In Azië is er traditioneel een duidelijke rolverdeling: pijdragers (M/V) doen het ‘echte’ werk voor de Dharma, de gewone familiemensen steunen hen met eten en geld. In het Westen is er ook iets van een taakverdeling: je hebt fulltimers (met of zonder pij) en je hebt de ‘gewone’ studenten met baan-in-de-wereld en vaak familie. Hoe is de verhouding tussen die twee nu, en wat is de ideale situatie? Misschien komt het allemaal terug op een oud Bijbels principe: “Er is voor alle dingen een moment en voor alle dingen onder de hemel is er een tijd”?