Met een lichte schok realiseert Menno zich dat hij uit zijn lichaam is gestapt, en om zich ervan te overtuigen dat hij niet dood is, werpt hij een blik op zijn lichaam dat als een standbeeld in het gras naast zijn fiets zit. Intuïtief voelt hij aan dat hij onmiddellijk in de zittende figuur terug kan keren, als hij dat wil. Maar nu nog niet. Nu wil hij op bezoek bij opa.