In Het ondergronds orkest (1997) volgt Honigmann een aantal straatmuzikanten die in de Parijse metro hun geld verdienen, onder wie een Zaïrese popmuzikant en dichter, een Venezolaanse harpist, een violist uit Sarajevo, een Argentijnse pianist en een Malinese zangeres. Vaak zijn het professionele muzikanten die uit hun eigen land zijn verbannen en nu voor een paar Franse franken optreden.

