Ik probeer met twee vingers in mijn neus het boeddhisme te beleven. Op een voor de buitenwacht onopvallende manier. Daarom draag ik geen gekleurde koordjes, armbandjes, mala, speciale kleding, rode sokken of oranje stropdassen en heb aan de achteruitkijkspiegel in de auto ook geen boeddhabeeldje hangen. Kortom, ik probeer niet op te vallen.