Rond een uur of negen neemt een van de zwaarste gesprekken uit Menno ’s leven een aanvang. Hij vertelt van zijn reis naar Amsterdam en over de gesprekken die hij in het Wilhelmina Gasthuis en in het S.A.Z.U. heeft gevoerd. De opmerking over naïef zijn, groen als gras of een mietje, slaat hij over. Vader en moeder zeggen niets. Zelfs nadat hij eindigt met “en dus ga ik nu van school af,” blijft het lange tijd stil. Tenslotte zegt vader: “Daar komt niets van in.”