Naar mijn gevoel gaat boeddhisme te gemakkelijk over ‘mij’ en niet over de ‘ander’. En voor zover het op de ander gericht is, gaat het vaak om een naïef ‘lief zijn voor elkaar’ zonder de slag te maken van woorden naar daden, zonder een ketenverantwoordelijkheid te activeren die verder reikt dan ik-en-mijn-directe-omgeving. In het Mahayana van tegenwoordig komt paradoxaal genoeg gedrag voor dat men historisch gezien aan het Hinayana-kamp toeschreef. Velen schuilen binnen het boeddhisme tegen de boze buitenwereld in plaats van de bevrijding de wereld in te brengen.