Psychiaters, neurologen en klinisch psychologen ontmoeten patiënten die de onmogelijkste dingen geloven. Dat ze van glas zijn. Dat ze in de hand van hun afgezette arm nog steeds een kopje geklemd houden. Dat ze twee jaar geleden zijn verdronken. Dat ze via het stopcontact worden afgeluisterd. Dat ze Christus zijn. Dat ze hun overleden dierbare horen scharrelen in de keuken.