Om zijn leer aanschouwelijk te maken voor zijn volgelingen gebruikte de Boeddha in zijn voordrachten filosofische en religieuze begrippen die gangbaar waren onder de bevolking. De Boeddha herdefinieerde deze begrippen en gebruikte ze als metaforen om zijn leer te verduidelijken. Als kapstokken om zijn leer aan op te hangen.
Buddhadhamma
Guy – dhammazaadjes – De lakmoesproef
De lakmoesproef: wanneer de leer van de Boeddha evolueert naar een institutionele religie wordt alles wollig en warrig. Het spontane en vloeibare karakter van de buddhasasana verdwijnt en starheid en dogmatiek verschijnt. Het essentiële wordt verdreven naar de achtergrond en het bijkomstige overheerst.
Guy – dhammazaadjes – Buddhadhamma
De leer van de Boeddha (P. buddhadhamma) staat niet voor blind geloof. Noch voor sectarisme.
Guy – Over regeltjes en normeringen…
De Buddhadhamma is de leer van een Mens. Van een edele, ontwaakte Mens. Van een Mahapurisa. Het is een leer voor mensen. Voor allen die ‘geen zand op de oogleden hebben’.

