De vraag naar Hatha Yogalessen neemt geleidelijk toe, maar alleen doordat het wordt gezien als een soort veredelde gymnastiek. Op gemiddeld twee avonden per week geeft Menno totaal vier uur les in Hatha Yoga: in Zeist Noord; Maarssen en Woerden. Dat levert jaarlijks een niet te verwaarlozen extra bijdrage aan het gezinsinkomen op. Ondertussen worstelt hij met alles wat met Yoga te maken heeft, doordat hij enerzijds de financiële voordelen van het lesgeven in Hatha Yoga wel kan waarderen, maar anderzijds in toenemende mate twijfelt aan alle filosofische en spirituele aspecten van Hatha Yoga. Die twijfels hangen nauw samen met de rage om in een oranje gewaad achter Bhagwan Sri Rajnees aan te lopen. In Amsterdam en andere grote plaatsen paraderen deze zogenaamde sannyasin ‘Hare Krishna, hare Krishna’ chantend met een bijkans kale kop door de straten. Hij wil daar absoluut niet mee vereenzelvigd worden, maar vindt het tegelijkertijd mateloos boeiend.