Wat is de mysterieuze aantrekkingskracht van een strandtent? Met je blote voeten op die zanderige houten planken? Die gemengde lucht van zonnebrandcrème, patat, bier en ziltheid? Het altijd aanwezige geluid van branding, zeemeeuwen en hoge kinderstemmen? Dat lome gevoel dat nooit meer iets hoeft en dat alles voor eeuwig uitgesteld mag worden?