Nadat ik de oorarts in m’n beste Japans bedankt had voor z’n goede zorgen liep ik terug naar Sogenji. Onderweg glipte ik stiekem even de Hallows in en trakteerde mezelf op een stuk cheesecake. Om het te vieren, zeg maar. OK, ik geef toe dat ik me een klein beetje schuldig voelde toen ik het – zittend op de trap van een klein buurttempeltje – opat. Maar ik liet het me er niet minder door smaken.
Sogenji Desu: KOMAKU (deel 2)
Het was nog maar twee dagen geleden dat ik mijn trommelvlies gescheurd had, maar ik zat dus alweer bij de oorarts. Met een bezorgde blik keek hij me aan. Niet vanwege mijn oor, maar vanwege mijn gezicht. Het zat vol met krassen en schrammen. Hij gebaarde dat ik op de stoel kon gaan zitten.
Sogenji desu: KOMAKU
Even werd ik heel duizelig en misselijk. Ik moest gaan zitten om van de klap bij te komen. In mijn oor een lawaai alsof ik recht onder waterval stond; en het voelde warm – alsof het vol liep met bloed.
Sogenji desu: TOJI TOYA
Dus liep ik net als ‘de rijke bramenplukker’ door het bos alsof het een paleis was; keek ik naar lucht alsof het een plafondschildering was; luisterde ik naar het zingen van de vogels alsof… Net zo lang totdat niet ik, maar de bramenplukker daar tussen de bamboes liep. En daarna haatte ik hem; schreeuwde ik naar hem omdat ik vond dat hij me bedrogen had.
Sogenji desu – TEISHO
Bijna iedereen zat dus te slapen. Zelfs de Japanners, die de Roshi natuurlijk wel gewoon konden verstaan. Japanners beschikken namelijk over het verbluffende vermogen om bij dit soort gelegenheden meteen en en masse in slaap te vallen. En trouwens ook om allemaal tegelijk op precies het juiste moment weer wakker te zijn, en dan – zogenaamd aandachtig luisterend – weer rechtop te zitten.
Sogenji desu: KAIRO
In Sogenji veranderde iedereen daarom dan ook langzaam maar zeker in een Michelin-mannetje. Want zolang je er maar niks van zag, mocht je net zoveel kleren dragen als dat er onder je samugi (zenpak) paste. En dat was best veel.
Sogenji desu: ROHATSU
En dat kostte zoveel kracht, dat ik op een gegeven moment de linkerhelft van mijn gezicht niet meer voelde. Ik had toch geen hersenbloeding!? Zou de ene kant van mijn gezicht nu slap naar beneden hangen?
Sogenji desu: TAKUHATSU
Hoewel de meeste Japanners – of ze nu wel of niet iets gaven – buitengewoon vriendelijk waren, was er toch ook wel een aantal die met wilde armgebaren duidelijk maakte dat ze niet gediend was van zo’n schreeuwende monnik op de stoep…
Sogenji desu: KUFU
“En… wat heeft zo’n jaartje in een Japans zenklooster je nou gebracht?”
Sogenju desu: TOSHI KUMI
Je denkt aan Kama Soetra, maar het wordt doodordinair strontscheppen in een zenklooster
Sogian Desu: NENGE MISHO
Al dat gestudeer leidt uiteindelijk tot niks. Want hoe meer je loopt te denken en te analyseren, of mooie verbanden probeert te leggen, des te meer dénk je te begrijpen.
Sogenji desu: SANZEN 2
Het eerste wat ik van de Roshi leerde was ‘niet denken’. Dat is overigens iets anders dan ‘geen gedachten hebben’. Zoals ons hart gemaakt is om voortdurend bloed in ons lijf rond te pompen, zo zijn onze hersenen gemaakt om voortdurend gedachten te produceren.
Sogenji desu: SANZEN
Bertjan Oosterbeek verbleef een jaar lang in een Japans klooster. ‘Wat dus het eerste was dat ik leerde van sanzen? Buigen natuurlijk!’
Sogenji desu: OSESSHIN
Zodra ik dát in mezelf hoorde, kwamen – alsof er in mijn hoofd van twintig radio’s tegelijk de volumeknop omhoog gedraaid werd – al mijn gedachten weer terug. Opeens was ‘ik’ er weer. Of was het omgekeerd en was ‘ik’ weer weg?
Sogenji desu: KUYO
En hoeveel ui we ook aten – uiensoep, uientaart, gevulde ui, door de pasta, over de aardappels met kaas – het was niet te voorkomen dat we uiteindelijk toch nog met zo’n vijfentwintig dozen half vergane uien bleven zitten.
Sogenji desu – Koban
Ik begreep meteen dat ik me weer eens enorm had zitten aanstellen. Voor niks, want er was niks of niemand om de schuld te kunnen geven. Alles wat ik hier deed was enkel en alleen mijn eigen verantwoordelijkheid.
Sogenji desu – megane-ya
Alleen de mensen met een zogenaamde job hadden in Sogenji een eigen kamertje. Vooral omdat je met zo’n job best druk was. Bertjan Oosterbeek over zijn verblijf in het Japanse klooster Sogenji.
Sogenji Desu – Shu Jo Mu Hen…
Ik herinner me nog goed de eerste keer dat ik – net terug uit Japan – over de Oudegracht in Utrecht liep. Al die strakke, verkrampte, in zichzelf gekeerde gezichten die ik daar zag, ik had dat nog nooit zo helder en duidelijk ervaren
Sogenji – teihatsu
– “En…ga je vandaag je hoofd scheren?” vroeg Marloes me die ochtend, net voor het ontbijt. – “Hoezo?” vroeg ik. – “Nou, vandaag is het teihatsu…”
Sogenji, de sangha
Sogenji staat bekend om het grote aantal westerlingen dat hier bij zenmeester Shodo Harada Roshi zen komt studeren. Of misschien is ‘beoefenen’ wel een beter woord.
Sogenji desu – gaitan
Nog geen twintig tellen later ging het belletje dat het einde van de periode aankondigde. ‘Verdomme,’ dacht ik, ‘als ik nou nog twintig seconden had volgehouden…’
Sogenji Desu, de aankomst
Bertjan Oosterbeek. ‘Het klinkt misschien onwaarschijnlijk, maar ik had me eigenlijk nooit gerealiseerd dat ik in een echt zenklooster terecht zou komen.’
Sogenji, Sogenji Desu…op een loopbrug in Japan
En daar stond ik dan, in de verzengende hitte bovenop een loopbrug ergens in Japan. Mijn kloosterleven begon.
Bertjan Oosterbeek naar Japans klooster, introductie
Bioloog en filosoof Bertjan Oosterbeek bracht in 2011-2012 een jaar door in het zenklooster Sogenji (Okayama – Japan) om zen te studeren bij zenmeester Shodo Harada Roshi.