“Waag het niet te breken!”
maar hij brak af en gaf me
een pruimentak.
Tan Taigi (1709-1771
Toen ik deze haiku las, was mijn eerste reactie dat er een onverlaat was die dreigde een tak van de pruimenboom te breken. Ondanks de boze waarschuwing van de dichter brak er werkelijk een tak van de boom.
Dit is een enigszins agressieve versie.
Nadat ik enige tijd had nagedacht over deze haiku, kwam ik tot een andere, vriendelijker, conclusie.
De tweede regel zou ook als volgt gelezen kunnen worden: “maar de tak brak af en de boom gaf me …”
Ik stelde me voor dat de pruimenboom al jaren in de tuin van de dichter stond. Hij had hem als zaailing geplant en al die jaren verzorgd. Met heel veel liefde. De dichter en de boom hadden als het ware een relatie opgebouwd. Dichters kunnen dat, met bomen.
Nu was de boom groot.
Na een storm dreigde er een tak af te breken. De dichter zag het en waarschuwde de boom: “Waag het niet de tak af te laten breken!”
Het hielp niet, de tak brak af.
Dat was erg. Zo’n mooie boom, zo beschadigd.
De dichter liep zwaar teleurgesteld om de gewonde boom en de afgebroken tak heen. Opeens merkte hij de bloemknoppen op. De boom stond op het punt te gaan bloeien. Ook aan de afgebroken tak zag hij bloemknoppen.
Hij nam de tak mee naar binnen en zette hem in een kan met water. De knoppen zouden uitkomen en de bloesem zou een symbool zijn van kracht, vernieuwing en veerkracht. Net als de moederboom.
Het was een kadootje.


Geef een reactie