Op het balkon van de Kloosterbunker staat een houten boeddhabeeld te verbleken. De donkerbruine gloed van opgesmeerd lak is door regen, wind en weer verdwenen. Het boeddhabeeld vertoont nu zijn ware aard en is prachtig om te zien.
Op het balkon van de Kloosterbunker doen dagelijks tientallen mezen zich tegoed aan natuurlijke pinda’s in netjes en een raamsilo. Ze brengen vrede en plezier in het hart van mensen, de vredesmezen.
De netjes en de raamsilo hebben dusdanig grote mazen dat het de mezen niet lukt om een hele pinda uit net of silo te halen waardoor ze kunnen stikken. Maar soms is het stuk pinda toch te groot. De vogel vliegt dan naar het boeddhabeeld en legt het stuk pinda op de bolvormige uitwas op het hoofd, een symbool voor groter inzicht, waarschijnlijk afkomstig van Hindoestaanse asceten die het haar in een knot op het hoofd droegen. De pinda kan dan niet wegrollen en de vogel hakt het in kleine stukjes.
Zo is alles in harmonie met elkaar, daar op het balkon.
Moge iedereen een lang, gezond en gelukkig leven hebben, niemand uitgezonderd.
Vrede en alle goeds, zeggen de Franciscanen.
Moedig voorwaarts!
BIJSLUITER: het lezen van deze columns kan leiden tot groot geestelijk ongemak, woedeaanvallen, depressies, onbeheerst gedrag, angstaanvallen, maagzuur, zweten, ongeloof, twijfel aan eenieder, straatvrees, lange tenen en het geloof in het eigen gelijk. Bij de lezers. Scheldpartijen en een onbedwingbare drang om te reageren zijn waargenomen. Sommigen willen mij corrigeren. Of bedanken. Of prijzen. De drang om in verzet te komen is waargenomen, het abonnement op te zeggen. Sommigen besluiten de krant niet meer te lezen, of te boycotten. Er kwaad over te spreken. Te janken of te vloeken. De straat op te gaan om te demonstreren maar niet weten waartegen. Het boeddhisme de rug toe te keren. Of aan de drugs te gaan. En zo gaat het maar door.
