Het deze week in het Boeddhistisch Dagblad met naam en toenaam naar buiten brengen door zes Vipassanaleraren van de in 2008 overleden Vipassanaleraar Mettavihari, wegens beschuldigingen van seksuele handelingen met een aantal mannelijke leerlingen door deze Thaise monnik, heeft vorige maand geleid tot een splitsing in de zogenoemde lerarengroep in de traditie van Mahasi Sayadaw. In onder andere Nederland onderwezen en bekend geworden door Mettavihari. De leraren konden het niet eens worden over het noemen van de naam van Mettavihari in een gezamenlijke verklaring. Zeven waren tegen, zes voor.
Dat zegt Vipassanaleraar Aad Verboom namens de zeven overgebleven leraren: ‘De lerarengroep neemt besluiten op basis van consent. Omdat er over publicatie van de problematiek van onjuist gedrag geen consent verkregen kon worden, hebben vijf leraren zich in april dit jaar teruggetrokken om zo vrijelijk te kunnen publiceren. Dit zijn Johan Tinge, Ank Schravendeel, Frits Koster, Joost van den Heuvel Rijnders en Marij Geurts. Dingeman Boot was toen al met een soort van pensioen gegaan. We respecteren elkaars beslissing en hebben met elkaar afgesproken te streven naar een ‘goede scheiding’. De lerarengroep telt daarom nu zeven leden en gaat door vanuit de oorspronkelijke doelstellingen in de traditie van Mahasi Sayadaw.’
In een verklaring stellen de zeven leraren- Aad Verboom, Henk Barendregt, Henk van Voorst, Jotika Hermsen, Marjo Oosterhoff, Paul Boersma en Peter Baert, dat ze de publicatie (in deze vorm jh) betreuren en haar onzorgvuldig vinden.
‘Wij verzwijgen niet de fouten van onze leraar, en staan volledig voor het opstellen van een ethische gedragscode voor Vipassanaleraren, aanstelling van vertrouwenspersonen voor mogelijke slachtoffers en instelling van een ethische commissie. Wij schatten echter in dat het noemen van de naam van onze leraar niet zal leiden tot veel meer meldingen van mogelijke slachtoffers, en dat de aantasting van zijn naam tot veel leed zal leiden, vooral bij de Thaise gemeenschap in Nederland. De urgentie van het noemen van zijn naam ontgaat ons.
Wij wijzen erop dat het gaat om gedrag uit de jaren ’80, de leraar al overleden is, hij geen weerwoord en ook geen erkenning kan geven als reactie op concrete gevallen (die nu aan het licht kunnen komen jh). Wij wijzen er verder op dat onze leraar begin jaren ’90 zijn fouten erkend en zijn leven gebeterd heeft. Tenslotte: Elke leraar zal zich ervoor inspannen om wie ook maar zich beschadigd weet, desgevraagd, te ondersteunen bij de verwerking.’
Aad Verboom: ‘We hebben een aantal vergaderingen van de lerarengroep besteed over op welke wijze we een verklaring over het gedrag van Mettavihari naar buiten zouden brengen. Met of zonder zijn naam te noemen. Maar hoewel we achter openbaarmaking staan, zijn we daar niet uitgekomen. Wij, de groep van zeven, vinden het niet zo essentieel dat de naam van Mettavihari genoemd is. Hij heeft er zelf niets aan, kan er niks mee en ook voor de slachtoffers is het onbevredigend omdat Mettavihari niet kan helpen bij het oplossen van het door hem aangerichte leed. Wij richten ons op het nu, hoe kan je dit gedrag tussen leraar en leerling in de toekomst voorkomen. En als het wel gebeurt, wat voor begeleiding is het slachtoffer dan aan te bieden en welke maatregelen kunnen tegen de leraar die de fout ingaat worden genomen. Preventie vinden we erg belangrijk en we willen zeker niet ontkennen of verhullen. In Nederland vinden steeds minder branden plaats door een goede preventie. Maar ondanks dat is een brand nooit te voorkomen. Ook niet in sangha’s.’
Eén geval
Verboom zegt zelf op de hoogte te zijn van één geval van seksuele handelingen door Mettavihari. De naam van het slachtoffer hoorde hij van twee andere leraren binnen de groep. Uit eigen waarneming kent hij geen enkel geval, hetgeen niet wil zeggen, zo benadrukt hij, dat hij twijfelt aan wat er heeft plaatsgevonden. Verboom: ‘Er circuleren meer verhalen over het aantal slachtoffers, van meerdere tot verschrikkelijk veel. Wat de waarheid is weet ik niet.’ Mettavihari is in de midden van de jaren negentig van de vorige eeuw door enkele leerlingen- die nu tot de lerarengroep behoren, onderhouden over zijn gedrag. De leraar zou zijn seksuele handelingen toen hebben toegegeven en excuses aangeboden. Verboom: ‘Het is achteraf beoordelen, maar het zou beter zijn geweest als Mettavihari zijn gedrag aan alle leerlingen en leraren had beleden, dan had daar een grote zuiverende werking van uitgegaan.’ Verboom zegt bij de ‘groep van zes’ het aspect van vergeving te missen. Hoe kan je gemaakte fouten weer goed maken. Mettavihari wordt deze mogelijkheid ook ontnomen, hij is al acht jaar dood, en kan zich niet meer verweren tegen (nieuwe) beschuldigingen.
Onjuist gedrag door een leraar hoeft niet altijd betrekking te hebben op seksueel grensoverschrijdend gedrag, zegt Verboom. Monniken zoals Mettavihari hebben een gelofte van celibaat afgelegd– geen seks en masturbatie. Verboom: ‘Het gaat veel verder. Ook trots en macht- kijk eens hoe goed ik ben, de leerlingen zetten mij zelfs op een voetstuk, aanbidden mij is daar een vorm van. Sommige willen soms beloond worden voor het onderricht dat zij als boeddhistisch leraar aanbieden. Daarom vinden wij intervisie tussen leraren belangrijk, het met elkaar bespreken van zaken die zich onderling maar ook tussen leraren en leerlingen voordoen. In al die jaren heeft dat binnen de lerarengroep geleid tot behandeling van één klacht door een leerling over een leraar. Na onderzoek waren we het er over eens: dat gedrag had wel wat handiger gekund.’
Wie zijn die zeven leraren die verdergaan in de traditie van Mahasi Sayadaw? In 2006 is door Mettavihari een groep van veertien Vipassanaleraren gekwalificeerd om de kwaliteit van het onderricht in Vipassana meditatie te bewaken. Verboom: ‘Wij omschrijven onze Vipassana richting als een Nederlandse Vipassana-gemeenschap in de traditie van Mahasi Sayadaw, die tot ons gekomen is via de eerwaarde Mettavihari.
Deze groep is sindsdien langzaam maar zeker bezig een aantal zaken in te richten. Op dit moment zijn we bezig met het opstellen van een gedragscode en opzetten van de bijbehorende organisatie om onjuist gedrag van de Vipassanaleraren- en begeleiders te voorkomen en waar nodig recht te zetten.
In de afgelopen jaren is wereldwijd een aantal voorbeelden van onjuist gedrag van boeddhistische meditatieleraren aan het licht gekomen en in de openbaarheid gebracht. Dit heeft geleid tot bewustwording van zowel de kwetsbare rol van de leraar alsook die van de mediterende. Als groep van Vipassana leraren pakken we deze problematiek van juist en onjuist gedrag van leraren en begeleiders op met als doel: Het voorkomen van toekomstig onjuist gedrag van Vipassanaleraren en- begeleiders „Het rechtzetten van misstappen in het verleden, voor zover dat binnen de verantwoordelijkheden en mogelijkheden van de groep van Vipassanaleraren ligt.
Wat het eerste betreft gaat het om het uitwerken van de volgende onderdelen: het opstellen van een gedragscode, het instellen van een onafhankelijke vertrouwenspersoon en vertrouwenscommissie, het trainen van elkaar en de assistent-leraren en begeleiders op dit gebied en het communiceren naar de mediterenden die we begeleiden.’ Verboom zegt dat de emotie en gedachtewisselingen die nu zijn opgeroepen- en al maanden besproken is in de verschillende sangha’s, een vervolg zal krijgen. ‘Het begint pas’
Veranderingen binnen de lerarengroep
Sinds 2006 is de samenstelling van lerarengroep veranderd door het overlijden van een van de leden, het kwalificeren van een nieuwe leraar en begin dit jaar het teruggetreden van twee leraren onder wie. De nieuwe groep bestaat uit zeven leden en gaat door vanuit de oorspronkelijke doelstellingen. De komende weken en maanden zal de groep een aantal dingen realiseren, waaronder een eigen ethische code en website.
Ook de groep van zeven heeft Vipassanaleraren aangesteld waarmee contact opgenomen kan worden om vragen te beantwoorden. Het zijn
Peter Baert – peterbaert@hotmail.com
Jotika Hermsen – jotikahermsen@gmail.com
Aad Verboom – aad.verboom@gmail.com en gsm 06 1522 6196
Johan Tinge, woordvoerder van de andere groep Vipassanaleraren, zegt, daartoe door de redactie van het Boeddhistisch Dagblad uitgenodigd, niet de behoefte te hebben om op dit artikel te reageren.
Lees ook Vipassanaleraren- Mettavihari pleegde seksueel overschrijdend gedrag met leerlingen
Borisboyo zegt
Volgens het vorige artikel is na onderzoek gebleken dat er veel meer gevallen aan het licht zijn gekomen……een dat mensen hier schade van hebben ondervonden!! Ikzelf vind, of het wel of niet leuk is voor Mettavihari,( ik begrijp ook hij is een mens en mag fouten maken en kan zich nu niet meer verdedigen), dat de waarheid wel gezegd mag worden. Dus ook zijn naam. Het zou bij mij wel kunnen komen dat ik slachtoffer ben van misbruik en aanranding en de daders hier nooit of te nimmer op zijn aangesproken. Ik heb het hen wel vergeven, en of ze hun leven wel of niet verbeterd hebben, geen idee, ik zie ze niet meer. Maar ik krijg hierboven toch een ietwat naar gevoel bij, we zeggen zijn of haar naam niet, want dat heeft toch geen nut. Ik moet denken aan de verhandeling die Joan Halifax heeft geschreven over sexueel misbruik door bepaalde leraren. Duidelijk en helder!!
Anne zegt
Het verhaal wordt raarder. Ik ga er inmiddels maar van uit dat het hier gaat om seks met wederzijds goedvinden waar de andere partij naderhand spijt van had omdat ze hebben meegewerkt aan belofte breken. Als dat niet zo is is deze organisatie namelijk geen knip voor de neus waard.
Mocht er wel sprake zijn van seksueel misbruik onder dwang of misbruik van gezag dan is de focus op de naam en het niet kunnen weerspreken van de leraar schokkerend. Het zou de misbruiker stellen boven de misbruikten. Ook de beschreven situatie van spreken met in klein comité zou in geval van misbruik neerkomen op compleet negeren van de schade die daadwerkelijk misbruik doet aan mensen.
Man en paard worden wederom niet genoemd. Als hier sprake is van celibaat breken dan hoort dit hele verhaal helemaal niet buiten de eigen groep thuis. Het is een interne aangelegenheid nav geloften binnen eigen king. Als hier sprake is van daadwerkelijk misbruik wordt het tijd om man en paard te noemen en niet net als de roomse kerk het welzijn van de leraar boven dat van misbruikten te stellen.
Sjoerd zegt
Seksueel misbruik hoort binnen het grondgebied van Nederland bij de strafrechter thuis. Des te meer waar sprake is van ongelijke gezagsverhoudingen.
Het komt mij onvoorstelbaar voor dat een lerarengroep dit binnenskamers wil afhandelen. We hebben net de RK gehad en nu lijkt een groepje z.g. boeddhistische leraren dit soort gedrag met de mantel der liefde wil bedekken en de naam van de dader wil verzwijgen.
Ik vraag me af wat hier nog liefdevol, oprecht en helpend aan is tegenover de slachtoffers.
Ook begrijp ik niet dat men wil kiezen voor geheimhouding , inplaats van openheid en erkenning van het aangerichte lijden.
Dit valt buiten de bevoegdheid van deze leraren en het lijkt op ‘koesteren van de lieve vrede en zelfoverschatting.
Marja zegt
Ik ben het helemaal met Sjoerd eens. En met de twee erboven staande reacties.Daarom des te bewonderenswaardig dat de zes andere leraren wel hiermee naar buiten zijn getreden.
Sjoerd zegt
Aansluitend op mijn reactie van gisteren wil ik de integriteitskwestie a d orde stellen. Door hun stellingname staat hun fundamentele betrouwbaarheid ter discussie.
Gegeven het feit dat het seksueel misbruik al meer dan 20 jaar bekend is, leidt dit tot de conclusie dat met publicatie gewacht is tot de vervolgbaarheid van (mede)daders verstreken is.
Wat betekent dit voor de beeldvorming van de status “boeddhistisch leraar “.
In het algemeen wordt twijfel gezaaid aan de integriteit van de boeddhistische sangha en haar leiders door hier zo mee om te gaan.
Verder mis ik het beroep op, en de toepassing van boeddha’s gedragsregels voor sangha leden en met name de leiders.
Bij ernstige overtreding van de regels zou toch onmiddellijke tijdelijke of definitieve uitsluiting uit de sangha toch door boeddha voorgeschreven zijn?
Ik ben een leek op dit terrein. maar dat er in deze leraren groep en dus de sangha die zij leiden iets heel grondig mis is, lijkt moeilijk te ontkennen.
Zou het geen goed idee zijn als zij hun leraarschap opgeven en zich vervoegen bij een boeddhistisch leraar die zijn gedrag in dit soort zaken wel op orde heeft?
Daar kunnen ze hun weg beoefenen tot hij /zij oordeelt dat ze hun ontwaken zover voltooid hebben, dat zij opnieuw anderen bij de hand kunnen nemen betreffende boeddha’s Dharma.
Nirvair Kaur Curtis de Ruiter zegt
Excerpt from ‘All Things Will Pass’
A book on the Eightfold Path Nirvair Kaur de Ruiter
to be released in October 2015
Overstepping of teacher and student relationships.
Abuse and suffering takes place under many different religious umbrellas. They often originate within the suppression of feelings and thoughts especially those of a sexual nature. Highlighting the fact that the suppression of sensual and sexual needs can cause distortion in the mind and greater desire on a physical level! The extreme rules regarding sexuality in many religions have caused great suffering over the ages for both men and women. Both for those practicing or teaching their faith as Sangha or ordained clergy men and women, as well as for students or followers! Perpetrators and the perpetrated….
The only way to uncover this use and abuse is to be frank about the effects of sexual suppression in religions and most cultures. What is forbidden or disowned becomes the driving force in the altering and releasing of pain and suffering!
My sincere feelings of sadness for you as a group of teachers and students of Ajahn Mettavihari to have to deal with your teachers actions.
It is here perhaps important to note that while we in the West have ideological principles around celibacy within ordained Sangha, it is common practice in monastic life to have sexual interaction with fellow monks, for the very fact that celibacy is a very difficult and often unrealistic aspect of monkhood. Whatever is suppressed will becomes the driving force! Living in a western country where sexuality is much more in the open than in Thailand does not make it easier for a person who grew up in a culture where such is different. Perhaps we all as Buddhists have to address this and have an open and frank discussion about Buddhism in the 21st century. Uncover use and abuse and hold all parties responsible!
with Love and Kindness
Nirvair Kaur Curtis de Ruiter
Vipassana teacher Cairns Australia
Borisboyo zegt
Bovendien vraag ik mij af of deze leraren zich echt goed beseffen wat misbruik met je doet. Ik neem aan uit bovenstaande artikel dat ze zeker bereid zijn om de slachtoffers te helpen. Het is zo ontzettend grensoverschrijdend,( sex is het intiemste contact tussen mensen). Dus het gevolg kan zijn een vertrouwensbreuk, die grote gevolgen kan hebben voor vaak kwetsbare mensen. Ook al zijn de mensen volwassen wanneer het gebeurt.
Verder ben ik het ook wel eens met Nirvair of het onderdrukken van sexuele behoeften niet een grote tegenkracht veroorzaakt, wat mij ook heel logisch lijkt in de kwestie van de Rooms-Katholieke Kerk.
Ujukarin zegt
Hmmm… ik vermag de mantel-der-liefde-bedekken-groep gewoon niet te snappen. Hoe zouden ze willen publiceren “(Met of) zonder zijn naam te noemen. Maar hoewel we achter openbaarmaking staan” terwijl de gemeenschap zodanig klein is dat nieuwsgierigen zeer snel de ware toedracht zouden kunnen raden? Als ze achter publikatie staan dan lijkt het mij vrij zinloos toe hier iets anoniem te willen houden :-( En voor dat leed onder de Thaise gemeenschap door aantasting van de naam: schapengedrag (puthujannas), niets van aantrekken in dit geval waar je al gezien het belang van de slachtoffers achter openbaarmaking zegt te staan.
With folded palms,
Willie zegt
Ik ben het met Anne eens, dit bericht is net als het eerste bericht hierover bijzonder onduidelijk en roept meer vragen op dan het beantwoordt. Hoe had de groep van 7 gedacht e.e.a. te openbaren zonder de naam van de hoofdpersoon te noemen? Wat voor schade zou dat hebben toegebracht aan andere vipassana leraren?
Postuum wordt Mettavihari het hand boven het hoofd gehouden. De groep van 7 zegt o.a. het aspect van vergeving te missen in het eerdere bericht, omdat Mettavihari al 8 jaar dood is en zich niet kan verweren. Vergeving is volgens mij voorbehouden aan de slachtoffers. Bovendien heeft Mettavihari bijna 30 jaar de tijd gehad voor verzoening… Duidelijkheid en openheid lijkt mij onderhand wel op zijn plaats.
Nog een vraag: wat betekent de scheiding van deze groep leraren voor het gezamenlijke initiatief voor een Nederlands Vipassana Centrum? Ook hier lijkt me duidelijkheid en openheid op zijn plaats.
Hans Voerknecht zegt
Ik was ook één van de slachtoffers van Mettavihari. Wat Aad Verboom zegt, klopt totaal niet voor me. Voor mij is het essentieel, dat zijn naam genoemd wordt. Het toont maar weer eens aan hoe onzinnig celibatair leven is, en dat eigenlijk niemand dat trekt. Ik vindt het heel goed, dat Johan Tinge etc. hun eigen plan hebben getrokken. Voor mij is het platje als volgt: Mettavihari was een goed leraar en hij, net zoals velen in andere kerken, lukte het niet om celibatair te leven. En omdat hij van de stroming die hij aanhing blijkbaar niet normale seksuele relaties kon aangaan (en blijkbaar viel hij, in zijn geval, op mannen), is de schade vrij omvangrijk. Zelf ben ik verder prima terecht gekomen, heb een fijn huwelijk en drie hele leuke kinderen. Maar volgens mij zou het goed zijn, als het boeddhisme en andere religies, op een wat ontspannener manier met de seksuele driften in mensen om zouden kunnen gaan.
Anne zegt
http://www.telegraaf.nl/binnenland/24078069/___Misbruik_bij_boeddhisten___.html
Als deze aantijging in de Telegraaf klopt is het nog schandaliger dan er niet daadwerkelijk wordt gezegd waar dit om gaat en men spreekt over de arme leraar die zichzelf niet kan verdedigen. Dit artikel claimt minderjarige slachtoffers. Kinderen dien je te beschermen en als hier volwassenen vanwege de leraar de boel met de mantel “der liefde” bedekt hebben zijn ze wat mij betreft medeplichtig aan het misbruik van kinderen.
Tijd dat men openheid geeft en ophoud met spreken in onduidelijkheden. Het lijken verduveld wel katholieken op deze manier.
Sjoerd zegt
Je hebt een PUNT Anne!!!
Weg met de valse compassie. Ook boeddhisten (wat dat ook moge zijn ) moeten zich verantwoorden als ze over de schreef gaan.
Levend of dood doet niet terzake als het gaat om een transparante oprechte relatie met tijdgenoten. Om vertrouwd te kunnen worden, moet duidelijk zijn dat er geen nare geheimen over de gang van zaken onder tafel worden gehouden.
In dit geval gaat het nu met name om de leraren die er van wisten, maar hun mond hebben gehouden tegenover (nieuwe ) leerlingen en medeboeddhisten.
Peter Buis zegt
Zeer verhelderend in de context van de beschreven gebeurtenissen is naar mijn idee het boek ‘De relatie met een Spirituele Leraar’ van Alexander Berzin.
De problematiek die hier aan de orde is wordt in dit boek benoemd en vanuit verschillende invalshoeken belicht.
Peter zegt
http://www.berzinarchives.com/web/x/nav/group.html_1305527811.html
Kees zegt
Het bevreemd me dat zoveel jaar na dato, zoveel jaar na het overlijden van de leraar dit naar buiten komt. Waarom pas nu? Het bevreemd me ook dat het gaat over volwassen mensen die niet 1x maar soms meerdere keren in zee gaan met de avances, met het idee dat het er wel bij zou horen? Elke keer weer vrijwillig in het volle verstand ernaar toe en elke keer weer het haasje. Ik bemerk dat mijn geest dit niet kan bevatten. Het bevreemd me dat deze situatie de lerarenraad splitst en niet verbind. Het spijt me als ik met deze reactie mensen kwets, dat is zeker niet mijn bedoeling maar ik meen oprecht dat ik wat ik lees, niet kan bevatten.