Het boeddhisme in België wordt om budgettaire redenen voorlopig niet als eredienst (religie/godsdienst) door de staat erkend. En loopt daardoor een structurele financiering –lonen en pensioenen- van voorgangers door de overheid mis. De erkenning kan nog wel een tijd op zich laten wachten omdat nieuwe erediensten, zoals ze in België worden genoemd, moeten voldoen aan een nieuwe wettelijke regeling. Minister van Justitie Annemie Turtelboom heeft dat besluit tot uitstel genomen.
België heeft naast de vrijzinnige levensbeschouwing nog zes erkende godsdiensten: de katholieke, de protestantse, de orthodoxe, de anglicaanse, de islamitische, de joodse. Het boeddhisme wacht al sinds 25 maart 2006 op een erkenning als ‘godsdienst’. De boeddhistische unie België (BUB) krijgt wel al jaarlijks een bedrag voor secretariaatswerkzaamheden om de werkzaamheden –het organiseren van de structuur- die moeten leiden tot erkenning mogelijk te maken.
De deelnemers en organisaties in de levensbeschouwelijke sector zijn allemaal op hun eigen en diverse wijze georganiseerd. Daarom vindt Turtelboom dat er op basis van het rapport van de commissie Magits, nieuwe criteria voor erkenning van de erediensten moeten komen. Die stelde in 2011 een reeks hervormingsvoorstellen voor, maar daarmee gebeurde tot nog toe niets. Wel ging een besloten werkgroep onder leiding van Gwendolyn Rutten aan de slag, maar van die werkzaamheden zijn geen resultaten bekend.
Volgens de commissie-Magits moeten alle bedienaren van alle zogenoemde erediensten hetzelfde statuut, hetzelfde loon, hetzelfde pensioen en dezelfde wijze van erkenning krijgen. De commissie was tegen een kerkbelasting. Om de tien jaar zouden de leden van de erediensten worden geteld. Het door de overheid gesubsidieerd personeel over de erediensten zou – volgens de commissie-Magits – als volgt moeten worden verdeeld: katholieken (3.401), vrijzinnigen (354), moslims (185), protestanten (140), orthodoxen (57), joden (43), boeddhisten (31), anglicanen (17). De wedden van deze bedienaren van de eredienst zouden worden gelijkgeschakeld met die van de morele consulenten nu.
De beslissing van de minister kwam vrij onverwacht. Na de regeringsformatie was de verwachting dit jaar dat de erkenning van het Belgisch boeddhisme een kwestie van tijd was, mogelijk een maand.
Bron verslag Belgische Kamer.
Sjoerd zegt
Houden zo, het is van de zotte dat de staat boeddhisten gaat betalen.
Dat andere ‘geestelijken’ daar gebruik van maken moeten ze zelf weten.
Sjerab zegt
De BUB heeft, ondanks het feit dat ze reeds enkele jaren wordt gesubsidieerd, nog geen echte werking. Het is een verzameling van een 20-tal verenigingen, waarvan sommigen dan nog tot hetzelfde instituut behoren en die alles schijnbaar angstvallig binnenshuis houden. Toetreden als lid blijkt helemaal niet evident – vraag maar aan de Wat Dhammapateep te Mechelen (en ondanks het voornemen in de statuten om alle verenigingen samen te brengen)- en informatie over organisatiestructuur, financien (betaald door de goede burger) en werking worden steevast afgeblokt. Het postgraduaat boeddhisme dat door hen werd ingericht was een slag in het water en was het niet voor de goede zorgen van enkele vrijwilligers, dan had het zelfs totaal misgelopen. Als een organisatie met betaalde voltijdse mensen in dienst , zou er dan geen transparante werking moeten zijn? Een degelijk organigram of een gestructureerde vrijwilligerswerking? En bovenal, zouden de leden van de lidverenigingen niet op de hoogte moeten zijn van het doen en laten van diegenen die in hun naam spreken? Een beetje doorsnee vereniging steekt een jaar vol met activiteiten, nieuwsbrieven, dagelijks (of wekelijks) bijgewerkte website, flyers en promoties, vrijwilligersbijeenkomsten en een dagdagelijkse werking, en zo meer zonder één euro subsidie. Als € 200 000 (2012) al geen aarde aan de dijk brengt bij de BUB,hoe kan je ze dan meer subsidies toevertrouwen?