30 Maart Beweging dient strafklacht in tegen Nederlandse journalist Wierd Duk wegens opruiing, discriminatie en belediging

De 30 Maart Beweging, vertegenwoordigd door voorzitter Dyab Abou Jahjah en advocaat mr. Haroon Raza, heeft officieel een strafklacht ingediend bij het Openbaar Ministerie in Amsterdam tegen de Nederlandse journalist Wierd Duk. De aanklacht beschuldigt Duk van opruiing tot haat, discriminatie en belediging op grond van de Nederlandse Wetboeken van Strafrecht, Artikelen 137d, 131 en 266.

Vijfde colonne

De klacht betreft uitlatingen van Duk op 9 november 2024 op het platform X (voorheen Twitter), waarin hij verwees naar moslims, en specifiek naar islamitische advocaten, als een zogenaamde “vijfde colonne”—een beladen term die historisch wordt gebruikt om bepaalde gemeenschappen als interne vijanden te bestempelen. Door moslimprofessionals op deze manier te framen, suggereert Duk dat het simpele feit dat zij als moslim werkzaam zijn in de rechtszaal een bedreiging vormt voor de Nederlandse samenleving, stelt de beweging. De 30 Maart Beweging vraagt zich af: “Als een moslim die zijn werk als advocaat uitoefent al als een vijandige kracht wordt gezien, wat zegt dit dan over de staat van de rechtsorde in Nederland?”

Deze bewoordingen ondermijnen niet alleen de integriteit van islamitische advocaten, maar scheppen volgens de beweging ook een gevaarlijke sfeer die het vertrouwen in hun beroepsintegriteit aantast. Mr. Raza benadrukt dat het gebruik van de term “vijfde colonne” teruggaat op xenofobe ideologieën die gemeenschappen systematisch hebben gemarginaliseerd door hen als bedreiging voor de samenleving neer te zetten, zoals gebeurde met Japanse Amerikanen tijdens de Tweede Wereldoorlog en moslimgemeenschappen in Europa na 9/11.

Grens vrije meningsuiting

Hoewel de 30 Maart Beweging zegt geen fervent voorstander te zijn van haatzaaiwetgeving, benadrukt zij dat zolang dergelijke wetten bestaan, deze consequent en zonder discriminatie moeten worden toegepast. “De rechtsstaat vereist onpartijdige handhaving. Haatzaaiwetten kunnen niet selectief worden toegepast,” aldus de 30 Maart Beweging, die erop wijst dat de uitlatingen van Duk vallen binnen de criteria die recentelijk door de Hoge Raad zijn verduidelijkt (5 november 2024, ECLI:NL:HR:2024:1573) en waarin de grenzen van vrije meningsuiting duidelijk zijn vastgelegd.

De 30 Maart Beweging roept het Openbaar Ministerie op om de uitspraken van Duk met spoed te onderzoeken en benadrukt dat het essentieel is dat publieke figuren verantwoordelijk worden gehouden voor uitlatingen die hele gemeenschappen marginaliseren. De organisatie is van mening dat alle burgers in Nederland, ongeacht hun geloof of achtergrond, recht hebben op bescherming tegen opruiing en discriminatie.