De wetenschapper Alain Aspect heeft deze week de Nobelprijs gewonnen voor het experimenteel bewijzen dat de echte wereld… niet echt is. En ook al is de fysieke wereld niet echt, toch kreeg Aspect de Nobelprijs voor Natuurkunde, samen met twee andere wetenschappers op hetzelfde onderzoeksgebied.
Aspect is verbonden aan het Hong Kong Institute for Advanced Study aan de City University. Hij maakt deel uit van een team van mondiale topwetenschappers dat regelmatig Hongkong bezoekt.
Wat hebben hij en zijn collega’s eigenlijk ontdekt? Om die vraag te beantwoorden, moeten we een eeuw terug naar de jaren twintig van de vorige eeuw. Er ontstond een ruzie tussen Einstein en de’ vaders van een nieuw wetenschapsgebied’, de kwantumfysica.
In 1935 zei Einstein dat de ontdekkingen over de aard van de basisdeeltjes waaruit alles in de wereld bestaat, inclusief mensen en voorwerpen en de ruimte zelf, fundamenteel onjuist waren. De kwantumfysica als theorie werkte alleen als de deeltjes niet onderworpen waren aan de regels van tijd en ruimte. Het zou betekenen dat op een fundamenteel niveau niets onderworpen was aan de regels van tijd en ruimte. Niets was echt. Probeer die stelling maar eens te verdedigen, daagde Einstein zijn tegenstanders uit.
De kwantumvaders gaven toe dat Einsteins punt correct was – maar ze hielden vast aan hun bevindingen, en gaven zelfs toe dat ze daardoor als mystici overkwamen. Ze merkten zelfs op dat hun theorie gelijkenis vertoonde met oude oosterse gezegden als “de werkelijkheid is een droom in de geest van God”.
Het geschil bleef tientallen jaren onopgelost. Einstein werd gezien als de leider van de kant die zei dat de werkelijkheid echt was, terwijl de kwantumvaders, onder leiding van Niels Bohr, zeiden dat de werkelijkheid een illusie was. Ten tijde van Einsteins dood in 1955 bleef de kwestie in wezen onopgelost. Maar in de jaren 1960 en 1970 werkten verschillende wetenschappers degelijke experimentele manieren uit om na te gaan of de deeltjes fysisch “echt” waren of niet. De bevindingen waren duidelijk. Ze leken aan te geven dat de kwantumvaders gelijk hadden.
Met andere woorden, de fysieke werkelijkheid – de 3D-wereld waarin wij bestaan en ons bewegen – is een illusie of een projectie. Dit is nu het standaard standpunt in de natuurkunde.