Vijftien procent van de Nederlanders denkt negatiever over de vee-industrie door het coronavirus. Dit komt voornamelijk door de zorgen over besmetting in slachterijen en fokkerijen, zorgen over milieu en dierenwelzijn én over een nieuwe pandemie. Dat blijkt uit marktonderzoek in opdracht van Wakker Dier.
In het algemeen is de houding van Nederlanders ten opzichte van de vee-industrie het afgelopen jaar verslechterd. Waar in 2019 nog 32 procent van de Nederlanders een (zeer) positieve houding had, is dit aandeel in 2020 bijna gehalveerd tot 18 procent. Desgevraagd geeft 15 procent van de Nederlanders aan dat de corona-crisis aanleiding is om hun oordeel in negatieve zin bij te stellen. Andere redenen die genoemd worden zijn onder meer de stikstofcrisis en de boerenprotesten.
Afname vleesconsumptie
Een negatievere houding van consumenten ten opzicht van de vee-industrie hangt samen met lagere vleesconsumptie en diervriendelijker boodschappen doen. Van die groep consumenten is 24 procent van plan minder vlees te eten. Ook zegt 25 procent van die groep meer te gaan letten op het Beter Leven Keurmerk als zij vlees kopen.
De bovenstaande resultaten blijken uit onderzoek onder 713 representatieve Nederlanders, uitgevoerd door marktonderzoek- en opiniebureau Team Vier in opdracht van Wakker Dier. Het onderzoek richtte zich op het effect van het coronavirus op houding en gedrag. Hieruit blijkt dat de coronacrisis voor vrijwel alle Nederlanders het leven heeft beïnvloed. Men maakt zich vooral zorgen over de gezondheid van hun naasten, zelfs meer dan over de eigen gezondheid. Opvallend is dat maar liefst 77 procent de gezondheidszorg nu belangrijker vindt dan voor de coronacrisis.