Een van de beroemdste motoren in de literatuur is overgedragen aan het Smithsonian National Museum of American History. Het gaat om de Honda Super Hawk uit 1966 van schrijver Robert Pirsig, toen hij de reis maakte die de inspiratie vormde voor het boek over reizen en filosofie, Zen and the Art of Motorcycle Maintenance ( Zen en de kunst van het motoronderhoud) en werd aan het museum geschonken door Pirsigs weduwe Wendy K. Pirsig, samen met de leren jas, kaarten en andere spullen die tijdens de rit werden gebruikt.
De motorfiets stond al die tijd in de garage van de familie en werd onlangs gerestaureerd en in rijconditie gebracht. Een exemplaar van het manuscript van Zen en de Kunst van het Motoronderhoud en een gesigneerde eerste editie van het boek maken ook deel uit van de schenking.
De motorfiets als vervoermiddel voor lange afstanden heeft een zekere uitstraling, geworteld in de eenvoudige en veelzijdige motoren die tijdens de twee wereldoorlogen voor de soldaten werden ontwikkeld. Zij sprak veel van de avontuurlijke reizigers van de 20e eeuw aan.
Het boek van Pirsig- een bestseller gepubliceerd in 1974, is misschien wel het meest invloedrijke boek over dergelijke reizen. Gebaseerd op een reis van ongeveer 9000 kilometer die Pirsig in 1968 met zijn 11-jarige zoon Chris maakte van Minneapolis, Minnesota, naar San Francisco, Californië, heeft het gefingeerde reisverslag, vol met filosofische overdenkingen, miljoenen rijders, knutselaars, zwervers en denkers geïnspireerd. Met de subtitel An Inquiry Into Values verkent het boek de menselijke relatie tot technologie via de kijk van een reizende ruiter die zijn machine draaiende houdt.
“Je ziet de dingen op vakantie op een motor op een manier die totaal anders is dan alle andere,” schrijft Pirsig in Zen.
Een verhaal over een zomerse motorreis van een vader en zijn zoon, Zen en de kunst van het motoronderhoud wordt een persoonlijke en filosofische odyssee in fundamentele vragen over hoe te leven. Motorrijden vereist de volle aandacht, waardoor men zich meer bewust wordt van de omgeving.
Uiteindelijk meent Pirsig dat de lelijke en onnatuurlijke aspecten van de technologie en de industrialisatie een afleidingsmanoeuvre kunnen zijn voor degenen die een leven van esthetische en artistieke schoonheid zouden nastreven. Hij pleit voor evenwicht en suggereert dat men zowel de metafysische kwaliteiten van het leven kan verkennen als verbonden kan blijven met de meer geaarde functies van de machines die we bouwen. Het boek verkent het begrip “kwaliteit” als maatstaf voor een goed leven.
“Bob’s filosofie verkende de menselijke waarden, en hij wilde laten zien hoe kwaliteit eigenlijk in het middelpunt van alle bestaan staat”, zegt Wendy Pirsig. “Het lijkt in overeenstemming met deze focus op kwaliteit dat zijn motorcollectie onderdeel vormt van het geschiedenismuseum Smithsonian.”