Op zondag 15 december 2019 is Paul de Blot op 95e jarige leeftijd vrij plotseling overleden in een ziekenhuis in Amsterdam. Paul de Blot schreef teksten over onder meer mensenrechten, natuur en milieu die ook in het Boeddhistisch Dagblad werden geplaatst.
In het bijzijn van familie, medebroeders en vrienden is Paul in beperkte kring op vrijdag 20 december 2019 begraven op de begraafplaats ‘Jonkerbos’ in Nijmegen.
Paul de Chauvigny de Blot, verkort Paul de Blot, werd op 15 mei 1924 in Kutowinangun, Indonesië geboren waar hij werd grootgebracht en ook zijn middelbare school en een deel van zijn universitaire opleiding doorliep. Na 5 jaar Japans concentratiekamp werkte hij aan de industriële opbouw van Indonesië, het Bureau Industrieel Herstel, in Bandung in de voedingsindustrie, keramiek en textiel.
In 1948 werd hij Jezuïet met bestemming Japan en hij bereidde zich voor op de opbouw van het door de oorlog en de atoombom geruïneerde Japan. Door politieke omstandigheden verliep alles anders. Er gingen in zijn plaats twee andere Jezuïeten naar Japan en hij werd bestemd voor de opbouw van het onderwijs in Indonesië.
Na zijn filosofie en fysicastudie in Indonesië zette hij zijn studies voort in Europa, theologie in Maastricht en fysica in Keulen. In zijn filosofiestudie specialiseerde hij in de eudaimonialeer van Plato, dat is zijn schoonheids- en geluksleer, en in de theologie verdiepte hij zich vooral op de evolutieleer van Teilhard de Chardin.
Na zijn studies en zijn praktische ervaring in Libanon en Israel, o.a. in het leven van de kibboets, werkte hij als docent aan de staatsuniversiteit in Yogyakarta in de filosofie, politieke staatsleer, godsdienstwetenschap en ecologische technologie. Daarnaast begeleidde hij ook de medische co-assistenten die hij medische ethiek gaf. Hij was ook als docent verbonden aan de opleiding van marineofficieren.
Na zijn specialisatie in de Indonesische staatspolitiek zette hij zich naast zijn universitaire taak vooral in voor de mensenrechten van de politieke slachtoffers van de mislukte communistische coupe van Suharto in 1965.
In 1978 vertrok hij eerst naar Duitsland en kwam later als student naar Nederland om aan de universiteit van Nijmegen spiritualiteit en psychologie studeren. Later specialiseerde hij zich in Amsterdam aan de VU in cultuurfilosofie en in het psychiatrisch instituut in Ermelo in de psychotherapie van de Transactionele Analyse. Hij was vooral geïnteresseerd in het kamp en oorlogssyndroom. Na zijn komst in Nederland werkte hij ook samen met de Gereformeerde Kerk van Amstelveen voor de opvang van politieke vluchtelingen en in den Haag voor de opvang van Indonesische technici die zich in Delft specialiseerden.
In 1979 begon hij zijn carrière op Nyenrode Business Universiteit waar hij campusmoderator werd voor de begeleiding van de studenten. Daarnaast studeerde hij mee in bedrijfskunde en gaf trainingen en lessen in diverse management vaardigheden. Tegelijkertijd heeft hij in Breda acht jaar lang aan de HEAO internationaal marketing gedoceerd en gaf trainingen aan FENEDEX (Federatie voor Nederlandse Export), met name over de culturele valkuilen van het internationale zakendoen. Hij was ook regelmatig in Indonesië als bedrijfsconsultant en als gastprofessor in bedrijfskunde en psychologie en gaf gastcolleges in India.
In 2004 promoveerde hij Nyenrode Business Universiteit in de bedrijfskunde op het onderwerp “Vernieuwing van organisaties in een chaotische omgeving door vernieuwing van de mens”. In 2006 werd hij hoogleraar in organisatievernieuwing met de leerstoel Business Spiritualiteit en gaf zijn openbare les over de mystiek van het zakendoen. Vanuit deze specialiteit geeft hij werkcolleges, trainingen en workshops zowel aan studenten als aan bedrijven.
Naast zijn wetenschappelijke activiteiten en bijdrage aan de business werkte hij sinds 1962 zowel in Indonesië als in Nederland ook in het pastoraat voor zieken en studenten en in Nederland ook voor allochtonen.
In Indonesië publiceerde hij over ecologische technologie, psychologie en bedrijfskunde, o.a. een driedelige serie psychologie vanuit het Indonesische denken. In Nederland schreef hij over de spanning tussen theologie en wetenschap, het bedrijfsleven, psychologie en pastoraat. Hij leverde bijdragen aan het handboek Export Management, het handboek over Internationaal talent, over zin van financiële controlesystemen en aan vijf boeken over Business Spiritualiteit.
In november 2009 werd Paul de Blot in Breukelen op de dies natalis van de Nyenrode Business Universiteit benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau.
Per 1 juli 2010 werd Paul de Blot benoemd tot honorair hoogleraar. De titel honorair hoogleraar wordt in principe voor het leven verleend aan (emeritus) hoogleraren van Business Universiteit Nyenrode, die zich op maatschappelijk en/of wetenschappelijk gebied zeer onderscheiden hebben. Paul de Blot was de eerste hoogleraar die zo’n aanstelling bij Nyenrode krijgt.
Concentratiekamp
Paul: ‘In mijn artikelen heb ik vaker het werk van de bekende Joodse psycholoog Viktor Frankl genoemd. Hij heeft dit in het concentratiekamp persoonlijk beleefd en is zich zo bewust geworden van deze onbewuste kracht van de liefde.
Hij beschrijft deze onbewuste kracht van de liefde aan de hand van twee fundamentele ervaringen die hijzelf en vele anderen hebben beleefd toen alles uitzichtloos scheen te zijn: de kracht van vriendschap en de ervaring van de Onbekende God.
Frankl heeft in zijn werk het opmerkelijke feit vastgesteld dat niemand in staat is de onmenselijkheid van het concentratiekamp te overleven zonder oprechte vriendschappen. Een eenling is als solitair mens te zwak om de diepe machteloosheid in een uitzichtloze hel te kunnen weerstaan.
Daarnaast wijst hij ook op een andere ingrijpende ervaring: ook in je diepste ellende ben je nooit alleen. Zelfs in die situatie beleef je een kracht die je niet onder woorden kunt brengen, maar die er wél is. Hij spreekt over ‘De ervaring van de Onbekende God’.
In de Tweede Wereldoorlog heb ik zelf ook deze vorm van machteloosheid gevoeld en weet ik dat de ervaring van de Onbekende God je enige houvast is. Voor mij is de kernbeleving van het Paasmysterie: de ervaring van de Onbekende God die ik een naam geef. Zo voltrekt het Paasmysterie zich niet alleen tijdens de Paasdagen maar in je hele leven.’
In een van zijn columns- op 15 december 2017, schreef Paul de Blot over Kerstervaringen, de eenzaamheid die je kunt ervaren.
Kerstmis – er is geen plaats
‘Het Kerstverhaal wordt ook in vele niet-christelijke landen gevierd, want het bevat een belangrijke boodschap voor iedereen in elke cultuur. Het gaat om één van de belangrijkste grondslagen van de samenleving: de gastvrijheid.
Een eenvoudig echtpaar, de vrouw hoogzwanger, is onderweg en op zoek naar een onderkomen voor de nacht. Maar het krijgt overal hetzelfde antwoord: er is geen plaats. Bij de eerbare mensen vinden ze geen onderdak, maar wel bij hen die zelf geen tehuis hebben.
De daklozen en zwervers, de natuur die hebben altijd volop plaats en met blijdschap worden ze ontvangen. Dat is de kern van het Kerstverhaal, een wonderlijke vertelling over gastvrijheid, vaak ook met religieuze diepgang gevierd. De natuur, de engelen en God zelf, zijn altijd gastvrij als je geen thuis hebt.
Het Kerstverhaal speelt ook in Nederland. In de politiek wordt voortdurend gepleit voor de invoering van het kinderpardon. Het antwoord van regering en parlement is overduidelijk: er is geen plaats in onze herberg. Dat wordt gedacht, het wordt ook openlijk gezegd en zelfs met wetgeving onderbouwd.
Onze wetgever is als een geblinddoekte Vrouwe Justitia die zich strikt aan de wet houdt. Die niet kan zien dat het gaat om een kind zonder onderdak en toekomst. Het gebrek aan toekomst is wel de ergste armoede die een kind kan lijden. Gastvrijheid schept toekomst als er geen plaats is.
Mooie Kerstdagen wens ik allen toe als een diepe ontroering van gastvrijheid.’
G.J. Smeets zegt
Paul de Blot, wat een lieve en strijdbare man. Er brandt bij nu mij een kaars om hem te gedenken.