Minister Sander Dekker van rechtsbescherming heeft de afdeling boeddhistische geestelijke verzorging (BGV) binnen de dienst geestelijke verzorging van zijn ministerie ondanks de lichte afname van de vraag door gedetineerden naar ‘de boeddhisten’ voor dit jaar vier volledige arbeidsplaatsen (fte’s) toegekend. De BGV zelf had om 4,8 fte gevraagd om de werkzaamheden goed voort te kunnen zetten. Hoe sterk de formatie de komende jaren is, is nog onzeker. Om de 5 jaar wordt de behoefte gepeild.
Uit de in 2017 gedane peiling onder gedetineerden naar hun behoefte aan een geestelijke verzorger blijkt dat het aantal gedetineerden dat behoefte heeft aan boeddhistische, Hindoeïstische en Joodse geestelijke verzorging relatief gezien laag is. Het uitgangspunt van één geestelijk verzorger per 90 gedetineerden is in de praktijk minder goed toe te passen voor deze denominaties. Dit heeft ermee te maken dat de gedetineerden verspreid zijn over diverse inrichtingen. De geestelijk verzorger moet daarom meer reizen. Justitie gaat uit van één contactmoment per week met de geestelijk verzorger
De peiling werd eind 2017 in opdracht van het ministerie van Justitie en Veiligheid gedaan onder 9000 gedetineerden in Nederlandse justitiële inrichtingen. Daaruit bleek een lichte afname voor de diensten van de bgv’ers- de vraag naar boeddhistische geestelijke verzorging daalde van 2,60% in de periode 2008-2010 naar 2,27% % in 2017. De voorkeurspeiling die is uitgevoerd door het extern bureau Inview is richtinggevend bij het verdelen van de totale formatie van geestelijk verzorgers. Op die manier wordt het recht van gedetineerden op de geestelijke verzorging die hun voorkeur geniet, gegarandeerd. Hoe de afnemende belangstelling voor het boeddhisme in de inrichtingen valt te verklaren is niet onderzocht. De vraag naar Hindoestaanse geestelijke verzorgers (pandits) werd bijna gehalveerd volgens de peiling. In de top vier staan in de peiling op de eerste plaats mensen die het islamitisch geloof belijden, gevolgd door Rooms-Katholieken, de protestant christelijken (die bijna 7 % inleverden) en de Humanisten.
Verhogen
De zendende instanties van de kleine denominaties hebben minister Dekker verzocht om de formatie te verhogen, zodat het werk goed uitgevoerd kan blijven worden. Dekker heeft in antwoord op dit verzoek toegezegd dat alle ingeslotenen gelijk behandeld moeten worden. Dit betekent dat één contactmoment per week met een geestelijk verzorger van de gewenste denominatie van de gedetineerde moet worden bekostigd. Het aantal FTE dat daarmee gemoeid is, hangt af van de diensten die worden aangeboden en het aantal inrichtingen. Er is geen structurele ondergrens in formatie bepaald, maar voor 2019 is 4 fte per denominatie gehanteerd.
Gedetineerden hebben recht op geestelijke verzorging. Dit recht is gebaseerd op artikel 6 van de grondwet, dat de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging waarborgt. De geestelijke verzorging wordt derhalve gefinancierd door het ministerie van Justitie en Veiligheid. Het budget voor DGV was in 2019 14,3 miljoen totaal. De functie Geestelijk Verzorger is ingeschaald in Schaal 12 BBRA. De opleidingseisen zijn een WO-opleiding in de betreffende religie. Er zijn de afgelopen jaren inrichtingen gesloten, maar dat had geen consequenties voor het totaal aantal geestelijke verzorgers. De daling van het aantal gedetineerden had wel invloed. Er werken in totaal circa 150 geestelijke verzorgers in de justitiële inrichtingen. Zij zijn uitgezonden door ‘zendende instanties’ maar tegelijk ook in dienst van de overheid. Kerk en staat blijven binnen de dienst gescheiden, maar werken wel samen op voet van gelijkwaardigheid.
De Dienst Geestelijke Verzorging richt zich vanuit verschillende geloofs- en levensovertuigingen op alle mensen die justitieel zijn ingesloten: gedetineerden, forensische patiënten (tbs-gestelden), jongeren en vreemdelingen in bewaring. De zogenoemde justitiabelen hebben recht op geestelijke verzorging. Dit recht is gebaseerd op artikel 6 van de grondwet, dat de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging waarborgt. De DGV bestaat uit zeven denominaties, oftewel religieuze -en levensbeschouwelijke stromingen: rooms-katholiek, protestants, humanistisch, joods, moslim, boeddhistisch en hindoeïstisch. De DGV richt zich vanuit die zeven geloofs- en levensovertuigingen op alle justitieel ingeslotenen.
Doelgroepen
De DGV richt zich op alle mensen die justitieel zijn ingesloten: gedetineerden, forensische patiënten (tbs-gestelden), jongeren in jeugdinrichtingen en mensen in vreemdelingenbewaring. Geestelijk verzorgers begeleiden hen vanuit hun eigen overtuiging bij het omgaan met verleden, de actuele levenssituatie en de ontwikkeling van toekomstperspectief.
De DGV zorgt ervoor dat mensen een kerkdienst, gebedsdienst of bezinningsbijeenkomst kunnen bijwonen, dat zij kunnen deelnemen aan groepsbijeenkomsten en dat zij individuele geestelijke verzorging ontvangen. DGV is er ook verantwoordelijk voor dat ingeslotenen bij een acute crisis zorg van de geestelijk verzorger krijgen.
De geestelijk verzorgers binnen de DGV werken nauw samen met vrijwilligers. Zij vormen de schakel tussen ‘binnen’ en ‘buiten’ en voorkomen daarmee een godsdienstig, sociaal en maatschappelijk isolement. Vrijwilligers verrichten geen werkzaamheden die tot de kerntaken van de geestelijk verzorger behoren.
De meest voorkomende onderwerpen tijdens individuele en groepsgesprekken zijn levensverhalen, het delict en hoe daarmee om te gaan, relatie- en gezinsproblematiek, toekomstperspectief, detentiebeleving, geloofsvragen, verslavingsproblematiek, eenzaamheid etc. De afgelopen jaren vroeg gemiddeld 2 á 3 procent van de gedetineerden naar boeddhistische geestelijke verzorging. Om aan deze vraag te voldoen zijn sinds 1 januari 2011 zes parttime boeddhistische geestelijke verzorgers aangesteld. Dat zijn er nu acht. Zij zijn afkomstig uit verschillende boeddhistische tradities en sangha’s. Iedere geestelijke verzorger is verantwoordelijk voor een eigen regio binnen Nederland. Dit betekent dus dat er traditieoverstijgend wordt gewerkt.
De boeddhistisch geestelijk verzorgers zien het als hun opdracht om gedetineerden te ondersteunen en te begeleiden vanuit het boeddhistische gedachtegoed. Het algehele welzijn van de gedetineerde staat hierbij centraal. Hij of zij wordt ondersteund in het verlangen naar en de bereidheid tot ontwikkeling. De persoonlijke en groepsgesprekken van de boeddhisten zijn gericht op zelfherkenning, zelfonthulling en zelfconfrontatie. Daarnaast geven boeddhistisch geestelijk verzorgers onderricht in de boeddhistische leer en verzorgen en begeleiden ze vieringen en rituelen. Er wordt ook er ook, zowel met individuen als met groepen, gemediteerd.