Een kwart van de Nederlandse stellen ruziet over geld. De onenigheid tussen de partners gaat over de manier waarop zij met hun geld omgaan. De meeste meningsverschillen gaan over bezuinigen. Het gaat dan niet alleen over de vraag of er bezuinigd moet worden, maar ook over de manier waarop. Ook het bestedingspatroon is aanleiding voor strubbelingen. Als mensen moeite hebben met rondkomen, betalingsproblemen hebben of geldzaken lastig vinden, is geld vaker de oorzaak van verdeeldheid. Dit blijkt uit het Nibud-rapport Geld en relatie 2019.
In 2019 doen meer stellen de financiën samen dan ruim een decennium geleden. Een derde houdt zich nu gezamenlijk met de geldzaken van het huishouden bezig, in 2007 was dat nog geen kwart. Stellen hebben iets vaker dan toen een gezamenlijke betaalrekening. En net als toen heeft de helft van de stellen met een gezamenlijke rekening daarnaast ook nog een privérekening. Bij 20 procent hebben beide partners alleen een privérekening, in 2007 had nog 25 procent van de stellen dat. Stellen gebruiken de gezamenlijke rekening vooral voor het betalen van meubels, witgoed en andere apparatuur en de dagelijkse boodschappen. De mobiele telefoon, kleding, cadeaus en de zorgverzekering betalen ze van hun eigen rekening.
Op één hoop
61 procent gooit de inkomsten op één hoop. Het eventuele verschil in de hoogte van de inkomens speelt hierbij geen rol. Stellen waarvan één van de partners meer of minder verdient dan de ander doen dit net zo vaak als stellen waarvan de partners ongeveer evenveel verdienen. Ruim 1 op de 10 stellen verdeelt naar verhouding de gezamenlijke uitgaven; hierbij hangt het van de hoogte van hun inkomen af hoeveel beide partners inbrengen. Deze partners doen dat omdat ze dat het eerlijkst vinden. De partners die alles op één hoop gooien doen dat vooral omdat ze dat makkelijk vinden. Het Nibud adviseert partners om bewust te kiezen voor een bepaalde verdeling omdat dit later veel discussies kan schelen.
Tegenpolen
Een meerderheid van de partners (60 procent) vindt dat zij op dezelfde manier met geld omgaan als de ander. Ze zijn bijvoorbeeld allebei even zuinig of geven allebei even makkelijk geld uit. Veel minder stellen zijn elkaars tegenpool. 1 op de 8 beschouwt zichzelf als een heel ander type dan de partner is. De communicatie over geld verloopt bij deze stellen moeizamer. Om partners inzicht te geven in de verschillen en overeenkomsten die zij hebben op het gebied van geld, heeft het Nibud de Geld en relatie-test ontwikkeld. Met deze gratis online test kunnen stellen aan de hand van enkele vragen al zien waarin zij verschillen op het gebied van geldzaken. De test en de uitkomsten ervan kunnen ze makkelijk via WhatsApp naar elkaar doorsturen als ze de test op hun telefoon doen. Ook krijgen zij advies over hoe zij met de verschillen kunnen omgaan. Het Nibud hoopt dat stellen hiermee makkelijker het gesprek over de gezamenlijke financiën kunnen voeren.
Afspraken
Een meerderheid van de stellen maakt afspraken over geldzaken. De meeste afspraken gaan over wie wat betaalt, het uitgavenpatroon en hoeveel beide partners willen sparen. Als zij iets aan deze afspraken willen veranderen, noemen de stellen vooral dat zij willen dat er minder wordt uitgegeven en meer gespaard. Van de partners die geen afspraken maken geven de meeste aan dat geldzaken zich bij hen vanzelf wel regelen of dat zij los van elkaar hun geldzaken goed hebben geregeld. Het Nibud raadt stellen aan om de bijzonderheden maandelijks met elkaar te bespreken. Niet alleen om misverstanden te voorkomen, maar ook om ervoor te zorgen dat beide partners op de hoogte te zijn van het financiële reilen en zeilen van hun huishouden.
Voor dit onderzoek zijn 770 Nederlanders in de leeftijd van 18 tot 75 jaar ondervraagd via een online vragenlijst via het panel van Research Now SSI . Het onderzoek is representatief voor alle Nederlanders wat betreft leeftijd, geslacht en opleidingsniveau. Het gaat om werkenden (in loondienst of als zzp’er), gepensioneerden, uitkeringsgerechtigden en andere niet-werkenden. Degenen die geen zelfstandig huishouden voeren, bijvoorbeeld omdat ze bij de ouders wonen, zijn niet meegenomen. De vragenlijsten zijn ingevuld in juni 2018 en maken deel uit het driejaarlijkse Nibud-onderzoek Geldzaken in de Praktijk.