Niet alleen light boeddhisme bestaat. Ook snel boeddhisme is in opkomst. In Peking huren rijke boeddhisten voor veel dollars helikopters om snel, snel te gaan bidden in boeddhistische tempels in het verderop gelegen bergrijke gebied van het Chinese Wutai Shan. Sommigen bekritiseren deze exorbitante vorm van snelkook-boeddhisme en het etaleren van rijkdom dat haaks staat op wat volgens hen het boeddhisme zegt te zijn.
Een helikopterbedrijf in Peking maakte deze vorm van boeddhatoerisme woensdag bekend. De bedevaartgangers worden ’s morgens gebracht en voor het vallen van de duisternis weer opgehaald. De vluchten naar de berg Wutai Shan, een van de vier heilige bergen in het Chinees boeddhisme, duren negentig minuten. De meeste pelgrims die zich met een helikopter laten vervoeren zijn managers van grote bedrijven. Ze betalen met liefde en gemak tussen de vijfduizend en 6500 dollar per reisuur om de Boeddha een dag lang te kunnen aanbidden. De berg Wutai staat op de werelderfgoedlijst van de Unesco, in het gebied liggen 95 boeddhistische tempels en kloosters.
Cao Wei, de manager van een van de maatschappijen die deze vluchten al zes maanden aanbieden, zegt dat zijn maatschappij in China naar veel steden en gebieden vliegt, maar dat die naar Wutai Mountain een van de meest populaire bestemmingen is. ‘De meeste vluchten worden geboekt door toeristen die in een tempel wierook willen branden en de Boeddha willen aanbidden’, zegt Cao Wei.
De socioloog Niu Fengrui, verbonden aan de Chinese academie van sociale wetenschappen, zegt dat een helikopter een extravagante vorm van vervoer is, die kan worden gezien als zijnde strijdig met de boeddhistische leer. ‘Dat sommige boeddhisten zoveel geld willen betalen voor zo’n reis, heeft te maken met het ontstaan van een extravagante en commerciële sfeer van een boeddhistische toeristenindustrie. En het zijn sommige boeddhistische monniken die in luxe auto’s rijden en dure mobiele telefoons gebruiken, die het slechte voorbeeld geven. Een weelderige leefstijl komt niet overeen met de geest van het boeddhisme.’
In 2006 ontving Shi Yongxin, hoofd van de Shaolin tempel in Henan, een Volkswagen SUV als gift van het plaatselijk bestuur omdat hij zich inzette voor het bevorderen van het toerisme in dat gebied. Onder publieke druk verkocht hij de auto en de opbrengst kwam ten goede aan de tempel.
Bron the global times.
Ujukarin zegt
Standaard ethnisch boeddhisme. Dit voorbeeld is wat extreem qua bedragen maar de algemene tendens vind je in alle Aziatische landen en zelfs al meer en meer onder de neo-boeddhisten in India. Niet de geest van de Dharma staat voorop maar allerlei eigen maaksels vanuit de letter, met name die van ‘vergaren van verdiensten’ (goed karma). Er zijn zelfs verdiensten-boekhoudingen geweest in diverse Aziatische culturen, analoog aan de Aflaat in onze Middeleeuwen.
Hopelijk gaan we in het westen er wat beter mee om en weten we de geest van het boeddhisme vast te houden…
Wijsheid gewenst,
Joop Romeijn zegt
Dana is vrijgevigheid omdat je niet aan geld en ander bezit gehecht bent, dus niet als ruilmiddel zien.
De ultieme vorm van dana is dus: geld weggooien.
Deze Chinezen benaderen dit ideaal juist heel dicht, al helpt het ze niet.
En ook verder is er geen reden tot Westers superioriteitsgevoel.
‘ De geest ‘ bestaat niet, ook ‘ de geest van het boeddhisme ‘ niet.
Ujukarin zegt
Bij dana is het wel degelijk relevant wat je geeft en aan wie. Bijvoorbeeld het geven van Dharma-onderricht wordt geacht beter te zijn dan het geven van geld en goederen, en het geven aan ‘goede personen’ beter dan aan minder goeden. Interpretatie van wat goed is verschilt per context, in Azie is dat natuurlijk vooral aan monniken en nonnen maar ik zou durven stellen dat geven aan een buiten-eigen-schuld-straatarme toch echt beter is dan aan een weldoorvoede hoofdmonnik. Of aan een milieuvervuilend helikopterbedrijf.
En ja, aan dana zit ook de dimensie dat je zelf niet aan het bezit hecht en de Ander minstens even belangrijk als gebruiker van die goederen (indien je die geeft) vind dan jezelf ja.
Als je zonodig wilt ontkennen dat de geest van het boeddhisme bestaat dan snap je de vertaling niet. Datgene wat niet (in essentie) bestaat zijn Pali-termen zoals Citta en Vinnana, vandaar ook de Anatman-doctrine. Wat ik bedoel is dat de Dharma, de echte leer van het Boeddhisme, heel wat anders kan zijn dan wat de volgelingen in de loop der tijd maken van diens letterlijke weergave in o.a. soetras, shastras/abidhamma en vinaya. En elke vorm van modern boeddhisme, of het nu Indiaas navayana is of Westerse varianten, probeert weer terug te keren naar die Dharma-wortels en de Overmatig-Letterlijke-interpretatie-ballast weer weg te snijden. Dus ik heb niet zozeer Westers superioriteitsgevoel maar een mening die neerkomt op “modern is beter dan culturele degeneratie”. Waarbij we moeten uitkijken om alleen de overbodige kluit van de bananenboom te verwijderen en niet essentieele wortels, én alleen moderne elementen toe te voegen die bij de Dharma passen. Elementen zoals gelijkwaardigheid der seksen en sexuele orientatie passen er prima bij, een element als egalitariteit (‘allemaal evenveel ontwikkeling en recht van spreken’) wil nog wel eens slecht passen bij Dharma omdat die juist uitgaat van groeien in je ontwikkeling, tot uiteindelijk Verlichting…
Wijsheid gewenst,