Het kostte de Nederlandse boeddhiste Maartje* vijf jaar om uit een diepe depressie te raken die zij had opgedaan na de seksuele avances en de vernederingen van de Tibetaans boeddhistische leraar Namkha rinpoche (Tibet 1967) tijdens zijn verblijf in Nederland. Een andere –buitenlandse- vrouw, bekend onder het pseudoniem Tar, beschuldigt de Tibetaan van buitensporig –seksueel- gedrag en onmenselijke praktijken. Zij raakte psychisch en lichamelijk beschadigd door het gedrag van deze leraar, zegt ze in een verklaring die is opgetekend door de Britse journaliste en schrijfster Mary Finnigan.
Al jaren doen geruchten de ronde over het seksleven van deze leraar en het misbruik dat hij maakt van zijn positie als leraar. Namkha is geen monnik, is getrouwd en heeft twee dochters, hij noemt zich een ngakpa, door sommigen in de boeddhistische gemeenschap beschouwd als een tantrisch specialist.
Tar kwam in december vorig jaar met haar jarenlange ervaringen naar buiten, Maartje in januari van dit jaar.
Namkha rinpoche is de oprichter van de internationale Rigdzin Community. Hij geeft als leraar van de Nyingma traditie in het Tibetaans boeddhisme onder meer les in de VS, Spanje, Zweden, Frankrijk, Zwitserland en Nederland. De sangha in Nederland is aangesloten bij de Boeddhistische Unie Nederland (BUN).
Maartje: ‘Ik heb Namkha meerdere malen ontmoet. Al snel maakte hij seksuele avances en ik zei nee, ik ben niet bang om nee te zeggen tegen een boeddhistische leraar. Ik wist dat hij een vrouw had en ik had een relatie. Los daarvan vond ik zijn toenadering ongepast. Na mijn weigering om met hem seks te hebben werd hij jaloers en behandelde mij bijzonder gemeen. Ik ben toen uit die sangha weggegaan, die man is gewoon niet koosjer. Nadat de Dalai Lama na klachten over Namkha deze leraar had ‘goedgekeurd’ ben ik weer terug gegaan naar die sangha en ben ik opnieuw psychisch afgeslacht door Namkha. Natuurlijk heb ik als vrouw binnen die sangha een eigen verantwoordelijkheid maar hij misbruikte zijn positie. Westerse vrouwen hebben weinig tot geen kennis van de Tibetaans boeddhistisch cultuur. En andersom is dat ook het geval. Wat wij misbruik noemen kan voor zo’n leraar heel normaal lijken. Al is het dat natuurlijk niet. Westerse vrouwelijke studenten zouden minder naïef moeten zijn. En buitenlandse boeddhistische leraren zouden zich aan onze normen en waarden moeten houden. Sommige zaken kunnen echt niet.
Wat mij het meest stoorde is dat, toen Namkha de Dalai Lama uitnodigde, er pamfletten voor de deur van het centrum werden uitgedeeld door oud-studenten, dat ‘ie niet in orde was. En daarop is Namkha officieel gecheckt en goedgekeurd, door de Dalai Lama, eigenlijk door iemand van zijn office maar ja, dat wist ik niet. Daarom ben ik nog een keer teruggegaan naar die idioot, met m’n stomme kop.’ Ze heeft het gevoel met haar klachten niet gehoord te worden door de boeddhistische gemeenschap, de Rigdzin sangha, alleen te staan.
‘Ik ben veel vrienden en leraren kwijtgeraakt omdat ik van veel leraren over hun seksuele uitspattingen weet, maar leerlingen en leraren er een tot op de tanden gewapend taboe van maken, terwijl ze wel allemaal zo hoog in het vaandel over compassie praten. Wat is dat dan?’
Verschrikking
Het verhaal van Tar is er een van verschrikking, uitbuiting en seksueel geweld. En doet denken aan de beschuldigingen die door acht oud-studenten vorig jaar zijn ingebracht tegen Sogyal rinpoche, de spiritueel directeur van Rigpa die na die beschuldigingen met ‘pensioen’ is gegaan. Tar verkeerde jaren in de nabijheid van Namkha. Haar relaas wordt ondersteund door een persoon die net als zij anoniem wil blijven, zegt Mary Finnigan, als journaliste en schrijfster van artikelen over misstanden binnen het boeddhisme, onder andere voor de Britse krant The Guardian, die uitspattingen binnen de boeddhistische gemeenschap onderzoekt en publiceert.
Tar beschrijft hoe zij eind 2005 in het Zwitserse Lausanne lessen volgde bij Namkha. In het begin was er niets aan de hand tot Namkha haar voorstelde mee te doen met geheime, tantrische praktijken om ‘haar gedachten een vreedzame staat’ te laten bereiken. Tar zegt een aantal maanden gewacht te hebben om hem te antwoorden, zij besefte in die sessies alleen te zijn met haar leraar. Op een dag vertelde Namkha haar dat hij gescheiden was van zijn vrouw en vertoonde hij ongepast seksueel gedrag jegens Tar. De vrouw ervoer het als dierlijke seksuele handelingen waarin zij geen rol had. De leraar waarschuwde haar zijn praktijken tegen niemand te vertellen omdat anders een demoon bezit van haar zou nemen. Later bleek dat Namkha zijn ‘geheime praktijk’ aan bijna alle vrouwen binnen zijn gemeenschap had aangeboden, zegt Tar. Sommige vrouwen verlieten de sangha omdat ze bang waren.
Wedergeboorte
Tar vertelt ook over vermoedelijke financiële malversaties, giften die zij deed om monniken in Tibet gebeden op te laten dragen voor een gunstige wedergeboorte van haar overleden moeder, waarvan zij niet weet of die gebruikt werden voor dat doel of in de zakken van de vrouw van Namkha verdwenen. Ze vertelt over pogingen van Namkha om haar te laten te trouwen met een familielid van hem, om die zodoende een officiële verblijfsstatus te bezorgen. Schokkend was voor haar het afluisteren van een gesprek tussen Namkha en de directeur van het Franse Rigdzin-centrum waarin de directeur jonge meisjes –maagden- aan Namkha aanbood. Gruwelijk zijn de passages in haar verklaring waarin ze beschrijft hoe Namkha haar dwong tot geslachtsverkeer. ‘Hij was wreed, ik had pijn, maar kon niet schreeuwen. Ik had kneuzingen op mijn borsten en hij duwde zijn vuist in mijn vagina, die bloedde.’
In Zwitserland, bij een gynaecologische controle, werd bij haar een papillomavirus geconstateerd. Humaan papillomavirus (HPV) wordt overgedragen door seksueel contact. HPV is de veroorzaker van onder meer baarmoederhalskanker en kan een rol spelen bij het ontstaan van andere vormen van kanker. Humaan papillomavirus (HPV) is een virus dat veel voorkomt en wordt overgedragen via seksueel contact.
Net als Maartje spreekt TAR over een psychologische vernietiging van haar persoon door Namkha. Bang om uit de sangha te worden gegooid sliep Tar, bij gebrek aan goede huisvesting op een matje op de vloer van het centrum Namkha Dzong in Zuid-Spanje. Zo groot was haar drang om, ondanks de onmenselijke vernederingen, toch in de nabijheid van haar leraar te kunnen blijven.
Tar is gestopt met de boeddhistische leer. Namkha zegt dat zijn gedrag grappig bedoeld is en nodigt haar uit terug te keren naar zijn boeddhistische centra. Tar zegt dat het niet haar bedoeling is haar voormalige leraar te blameren, maar licht te werpen op zijn daden. En andere vrouwen te waarschuwen.
Angst en niet willen zien
Het probleem is, zegt een kenner van het Vajrayana boeddhisme dat binnen Rigdzin wordt gepraktiseerd, die niet met naam wil worden genoemd, dat een leraar qua overdracht van de boeddhistische leer uitmuntend kan zijn en sociaal een wrak. ‘Namkha doet het met vrouwen en zal zich waarschijnlijk niet bewust zijn van de schade die hij aanricht.’ Dat zal niet onopgemerkt zijn gebleven. Rigdzin Nederland, met de vestiging in Amsterdam, is in al die jaren van haar bestaan- opgericht in 2008, altijd in grootte een marginale sangha gebleven, zo’n 20 studenten. Menig nieuwkomer haakte af, ook vanwege de autoritaire stijl van overdracht van deze leraar. Bestuursleden verlieten de sangha omdat ze zich niet konden verenigen met de autoritaire houding van Namkha en zijn vrouwonvriendelijk gedrag. In het geval van Maartje wees een bestuurslid Namkha op zijn gedrag maar die ontkende dat. Dat past volgens deze zegsman bij de geheimhouding die door de rinpoche wordt geeist van zijn leerlingen. En daardoor steeds nieuwe slachtoffers maakt. ‘Deze geheimhouding is kwalijk en voorkomt dat de beerput open gaat, leerlingen worden onder druk gezet’, zegt de bron, dat moet stoppen.’
De BD-redactie heeft het bestuur van Rigdzin Nederland gisteren om een reactie gevraagd, die is nog niet gekomen. Er zijn pogingen gedaan om betrokkenen bij de Rigdzin Community Nederland aan het woord te laten over wat er gebeurde rond en met Namkha rinpoche, maar dat is niet gelukt. Een enkeling wilde anoniem zijn verhaal doen en wordt opgevoerd als zegsman. Had het bestuur van Rigdzin Nederland kennis van de handelingen van deze leraar en riep zij hem tot de orde? En zo nee, waarom niet? Bestuursleden verlieten de organisatie toen zij kennis droegen van de gedragingen van deze man.
In de gevallen dat betrokkenen wel anoniem wilden spreken spraken ze hun afschuw en verontwaardiging uit –‘ik moest huilen toen ik de verklaring van Tar las’- maar loofden ze ook de kwaliteiten van deze leraar als overbrenger van de dharma. Dat is steeds het geval in dit soort zaken: seksueel misbruik door een zogenoemde fantastische leraar. Wanneer stoppen dit soort argumenten, wordt de leraar hard aangepakt en wordt de aandacht gelegd op het lijden van de slachtoffers. Zegslieden met wie het BD sprak zijn angstig en vrezen gevolgen als zij met naam en toenaam hun ervaringen met Namkha vertellen, met wie zij een levenslange spirituele relatie hebben, die niet kan worden verbroken.
Ongewenste situaties
De Boeddhistische Unie Nederland reageert bij monde van haar voorzitter Michael Ritman wel op de ontstane crisis. ‘De BUN is in contact getreden met het bestuur van Rigdzin om te praten over de situatie in Nederland en te bespreken welke maatregelen nodig zijn. We zijn nog in overleg met Rigdzin, dus we kunnen daarover nu inhoudelijk geen mededelingen doen. Wel moge duidelijk zijn dat we bespreken wat ze in Nederland doen om dit soort ongewenste situaties te voorkomen, zeker nu er sprake is van een Nederlandse vrouw die ongewenst benaderd is. Dat wisten we nog niet.’
‘De Boeddhistische Unie Nederland (BUN) is sinds 2015 actief bezig met de thematiek van seksueel misbruik. De BUN stelt zich op het standpunt dat iedere plek waar boeddhistische studie en beoefening wordt aangeboden een veilige plek moet zijn. Elke vorm van misbruik in welke context dan ook wordt ten zeerste betreurd.
De BUN roept mogelijke slachtoffers op zich te melden bij het Onafhankelijk Meldpunt Seksueel Misbruik Boeddhistische Gemeenschap (Meldpunt BG: https://meldpuntbg.nl/) dat in november 2015 is ingesteld. Ook kunnen zij zich melden bij de onafhankelijke vertrouwenspersoon die per 1 januari 2017 door de BUN is aangesteld. (http://boeddhisme.nl/organisatie/externe-vertrouwenspersoon/).
In 2015 waren er drie leden van de BUN met een gedragscode. Van de 44 leden per eind 2017 heeft de helft intussen een gedragscode ingesteld of is daar mee bezig.
Uit het jaarverslag van het Expertisecentrum Online Kindermisbruik blijkt dat het Meldpunt BG in 2015 6 meldingen heeft ontvangen en in 2016 4 meldingen. De externe vertrouwenspersoon van de BUN heeft in 2017 met 7 melders gesprekken gevoerd. Het ging hierbij om 1 tot 4 gesprekken per melder.
Vervolging
Een actieve vervolging door het Openbaar Ministerie van daders van seksueel misbruik, meer deskundigheid in politieteams over deze delicten en een groter inzicht in de gevolgen voor slachtoffers- en zwaardere straffen voor deze daders, zou de aangiftebereidheid van deze slachtoffers mogelijk kunnen vergroten. Die is nu bijna nul, zegt Ferda van Benthem, advocaat en als mediator begeleider van slachtoffers in letselschadezaken.
Ook een register waarin alle boeddhistische leraren in Nederland staan ingeschreven- en bij misbruik uit geschrapt kunnen worden, alsmede een verklaring omtrent het gedrag (bewijs van goed gedrag in de volksmond) van deze leraren, zou in ieder geval het gevoel van veiligheid van boeddhistische studenten in de sangha’s kunnen vergroten. ‘Mensen wanen zich veilig in Nederland, maar moeten alert blijven op gevaarlijke situaties en leraren die door anderen op het schild worden gehesen en in een machtspositie terecht komen. Dit soort maatregelen kan mensen helpen alert te worden.’
Het is opvallend hoe weinig zaken van seksueel misbruik door leraren of anderen binnen de boeddhistische gemeenschap door het Openbaar Ministerie worden opgepakt en bij de rechter terecht komen. Waarom doen die slachtoffers geen aangifte, gaat Justitie niet tot vervolging over en verdwijnen de daders van deze ernstige delicten niet achter de tralies?
Van Benthem (eerder in het BD): ‘Het doen van aangifte is voor het slachtoffer van een seksueel misdrijf een enorme stap, slachtoffers moeten een hoge drempel over om hun verhaal te doen en er mee naar buiten te komen. Ik zag dat bij slachtoffers van seksueel misbruik binnen de Katholieke kerk, mannen van vijftig, zestig, zeventig jaar oud uit alle lagen van onze samenleving, die nog steeds moeite hadden, om zelfs in een vertrouwde omgeving te praten over wat er in hun kindertijd gebeurd is. Als slachtoffers aangifte doen moeten ze hun hele verhaal opnieuw vertellen.’
- Maartje wil anoniem blijven, haar echte naam is bij de redactie van het BD bekend.
G.J. Smeets zegt
Het zou wel wat zijn als iedereen die oprecht een knieval voor een leraar wil maken eerst leert hoe je een knietje moet geven. En dat bedoel ik letterlijk: een seksuele opdringer in het kruis treffen.
Types als Uyuttebroek (what’s in a name), Dharmawiranata, Mettavihari en Namkha profiteren van het taboe op fysieke zelfbescherming van hun leerlingen. Maar laten we wel wezen: elke leerling die een knieval wil maken voor de leraar van zijn/haar keuze is anno 2018 in NL daarvoor helemaal zelf verantwoordelijk. Wat niet wegneemt dat geile leraren die hun privé-behoeftes en hun onderwijs niet kunnen scheiden met naam en toenaam genoemd dienen te worden.
Vertrouwenspersonen zijn wat mij betreft enkel te vertrouwen als ze de eigen verantwoordelijkheid van knievallers benadrukken. We leven anno 2018 en iedereen heeft alle info en alle alternatieven ter beschikking om persoonlijke keuzes te maken. Macho’s bevinden zich ook in het boeddhisme. Fysiek geweld tegen macho’s kan voorkomen worden door werkafspraken tussen leraar, leerling en de club waarbinnen de leraar werkzaam is. Over die werkafspraken heb ik het hier drie maanden geleden in een open brief aan de Dharma Advies Raad van BUN gehad. Tot nu toe herb ik geen reactie gehad van de raad.
Henk Molenaar zegt
Ik kan me moeilijk voorstellen dat zo’n organisatie nog lid zou kunnen blijven van de BUN. Je zou die Tibetaanse macho mannen anyway een inburgeringscursus moeten verplichten.
Pearse Gaffney zegt
I guess, I’d be one of the board members that resigned because of Namkha Rinpoche’s behaviour! I was a member in Amsterdam between 2009-2015 and was Secretary for the latter 3 years. I left because I realised he was not a genuine Buddhist teacher, simply, it became obvious, he did not ‘walk his talk’. At that time I had heard rumours that he’d slept with some students, but was by no means aware of how often, or brutally, this had occurred.
Presently I’m doing my best to offer support to ‘Tar’. I have seen, all to often, how victims in these this situations do not receive encouragement to take legal action, or make complaints public or be told, “I’m sorry this happened to you, it was wrong”. Personally I find the lack of sympathy and support given to victims by other sangha members one of the darkest elements in all of this. The fact that so many sangha members in these situations, in ‘more-than-one’ Buddhist community today, continue to cloud the abuse with their silence, with ambiguity and vagueness, or by expressing idea’s of the master being ‘a profound Dharma teacher’ indicates exactly how these incidents of abuse reached such proportions and frequency.
Well done Tar and Maartje. I am truly sorry for what you have had to endure and I am greatly inspired by your braveness to speak out.
Pearse
Guido Blondelle zegt
Eén van de grote problemen bij aangiftes tegen Tibetaans-boeddhistische leraren is, dat er ook sprake is van bedreigingen. De ‘beschermers van de Dharma’, een soort van magische duivels, zullen jou en je geliefden straffen zo word je in het vooruitzicht gesteld. Daarom is het nog moeilijker voor slachtoffers van Tibetaanse lama’s om naar voren te treden dan in de Katholieke kerk.