Nederland noemt zich een democratisch land dat de mensenrechten erkent. Hoe kan het dan, dat er in ons land mensen zijn, die wettelijk gezien niet bestaan? Zelfs de grootste misdadiger heeft nog recht op een advocaat. Hoe is dit mogelijk?
Een uitgeprocedeerde asielzoeker moet terug naar zijn land, maar dat is om de één of andere reden niet mogelijk. De wet bepaalt dan dat deze persoon niet meer bestaat. Hij of zij wordt met andere woorden doodverklaard. De leerlingen van een basisschool in Amsterdam demonstreerden omdat medeleerlingen, die in Nederland geboren zijn, terug moeten naar Turkije, waar ze nooit hebben gewoond. Hun ouders wonen al 23 jaar in Nederland. Als ze niet teruggaan worden ze afgeschreven en bestaan ze volgens onze wet niet langer.
Hoe zou een kind het beleven als het geacht wordt niet te bestaan? Daarmee wordt het de fundamentele bron van de menselijke waardering ontnomen. Iemand die niet gewaardeerd wordt kan door frustratie in zijn of haar gedrag onberekenbaar worden. Die wettelijk niet bestaande mensen kunnen wel een serieus gevaar gaan vormen voor onze veiligheid.
Verschillende burgemeesters komen tegen deze situatie in verzet want zij beseffen de realiteit. Het gaat om mensen die in onze samenleving gewoon bestaan. Het is redelijk dat de burgervaders zich ook voor hen verantwoordelijk voelen. Het ontbreken van rechten voor deze groep mensen moet als onrecht worden aangemerkt. Het is fundamenteel in strijd met het christelijke geloof om iemand dood te verklaren die door God in leven kwam.
Ons land wordt nu overstroomd met vluchtelingen en er komt zeker een moment dat bij hun screening een deel van hen uitgeprocedeerd raakt en teruggestuurd wordt, maar niet teruggaat. De simpelste oplossing is dan hun namen door te strepen, want dan bestaan deze mensen niet meer. Mijn hoop is dat ons volk realistischer is en erkent dat deze mensen wel degelijk bestaan en recht hebben op medemenselijkheid.
Nic Schrijver zegt
Hoewel iemand voor de wet niet bestaat kan ik voor de door de wet niet erkende mens medemenselijk zijn. Dat sluit elkaar niet uit.
Piet Nusteleijn zegt
Het is niet te geloven. Een wet die zegt dat dit levende mens die daadwerkelijk voor je staat niet bestaat. Is er echt zo’n wet? Bestaat er zo’n wet? Ja.. dan zijn we werkelijk helemaal de weg kwijt. Feitelijk is het dan ook niet meer mogelijk om ‘medemenselijk te zijn’ ten opzichte van deze niet bestaande mens. Hoe is het mogelijk dat er wetten gemaakt worden door mensen die hun medemensen als ‘niet bestaand’ bepalen. Dat kan toch
feitelijk niet! Al met al, er zit iets niet goed! Heb ik recht van spreken? Dacht van wel, één ding blijft vast staan: Ik besta. Wet of geen wet.
G.J. Smeets zegt
“Een uitgeprocedeerde asielzoeker moet terug naar zijn land, maar dat is om de één of andere reden niet mogelijk. De wet bepaalt dan dat deze persoon wettelijk niet meer bestaat.”
Dat is m.i. onjuist. De wet bepaalt dan dat deze persoon geen NL rechten/plichten heeft, en dat is echt wat anders. Niettemin, dergelijke wetgeving is bizar en hardvochtig.
sjoerd zegt
Zoals wij in Nederland met vluchtelingen en z.g. “illegalen” omgaan, vind ik langzaam maar zeker weerzinwekkend worden.
Het z.g. “christelijke” gedachtegoed en fundament van onze Nederlandse cultuur, toont zich van zijn meest bekrompen, hebzuchtige en weerzinwekkende kant en roept herinneringen op aan de verhalen van mijn familie over de omgang met vervolgden in ’40-’45 en de jaren daarvoor en daarna.
Dat was toen vaak te walgelijk voor woorden in ons mooie Nederland.
Er heerst nog al eens een geniepige en ongefundeerde afwijzing en afkeer van wat vreemd is, terwijl wij als cultuur ons ongevraagd, 400 jaar lang, middels onze o zo veel geprezen VOC-mentaliteit,met grof en dodelijk geweld, opgedrongen hebben aan andere culturen, om hen uit te buiten en te plunderen.
Dat noemden wij “handel drijven”!
Dat betekent niet dat wij extremisten en bijbehorend gewelddadig volk hoeven op te nemen, maar voor de rest zou wat vriendelijkheid, barmhartigheid, gastvrijheid en zorg voor de ander, onszelf ook geweldig goed doen.
Laten wij ze welkom heten in ons midden. Wij zijn met zijn allen rijk genoeg om met hen te delen.