Deze week ontving ik van de gemeente Apeldoorn, afdeling graven en milieu, een brief waarin ik werd gewaarschuwd dat mijn begrafenis na mijn overlijden in een van mijn zes graven in een bos in Beekbergen niet vanzelfsprekend meer is. Apeldoorn heeft nieuwe regels uitgevaardigd om het vervuilen van bos en grond tegen te gaan.
Direct na mijn overlijden moet er een monster worden getrokken van het weefsel. Zijn de Pfaswaarden te hoog, wordt er te veel fijnstof en/of roet in het lijf aangetroffen dan kan ik mij een laatste reis naar het bos in Beekbergen besparen en zal ik, dat niet van zichzelf bestaat, niet binnen de gemeentegrenzen worden toegelaten, zo stond er in de brief. En bovendien: ‘Op het illegaal begraven staan hoge boetes.’
Van die zin moest ik wel lachen, want van wie is mijn lijk, de samengestelde delen. Wie is de eigenaar van mijn dode lichaam? Wie moet dan die boete betalen als ik stiekem in het graf neerdaal. Wie het weet mag het zeggen.
Hoewel ik me erg verheug om naast mijn moeder te liggen, als ik ben heengegaan, en naast mijn Friese overgrootouders, kan ik me die kordate houding van Apeldoorn wel voorstellen. Voor je het weet leggen bos en hei het loodje door met Pfas, roet en fijnstof besmette lichamen uit de randstad. Ik heb immers nooit in Beekbergen of Apeldoorn gewoond, ben een vreemdeling
Tot voor een maand had ik nog nooit van Pfas gehoord. Het is een verzamelnaam en staat voor poly- en perfluoroalkylstoffen. Deze groep chemische stoffen is door mensen gemaakt en komt van nature niet voor in het milieu. Ze hebben handige eigenschappen: ze zijn onder andere water-, vet- en vuilafstotend. Ze zitten in verschillende producten, waaronder smeermiddelen, voedselverpakkingsmaterialen, blusschuim, anti aanbaklagen van pannen, kleding, textiel en cosmetica.
Ik vermoed dat ik vol zit met Pfas, als ik zonder paraplu buiten in de regen loop loopt het water zo van mij af, zo waterafstotend ben ik geworden. Dat is wel een voordeel, scheelt weer een regenjas.
Onlangs heb ik al mijn pannen vervangen door Green pannen, een soort gietijzer met keramische lagen. Ze zijn niet goedkoop, ik heb bij de gemeentelijke kredietbank een lening moeten afsluiten voor de aanschaf maar ik weigerde van mezelf om nog met die oude pannen te kokkerellen, de vellen Pfas lagen los te wachten tot ik ze zou mengen met een vega braadworst of gebakken eitje. Bah. Het spul zit ook in ons drinkwater.
Okay, ik maak me niet zo druk om het grafverblijf in Beekbergen. Wie dan leeft, dan zorgt. Mijn vriendin, de kleindochter van de zeevisser, en ik hebben leuke tijden op die begraafplaats beleefd. Een paar keer per jaar reizen we af naar die prachtige dodenakker, maken af en toe een grafsteentje schoon, harken wat aan, rapen in de herfst tamme kastanjes van de paden, die mijn vriendin met spruitjes tot een heerlijk gerecht kookt. En we maken het vogelnestje aan een boom naast de Friese voorouders schoon als het broedsel is vertrokken. En genieten van de stilte.
Moedig voorwaarts!
François la Poutré zegt
Tja, Joop, ons allen wacht een roemloos einde bij het chemisch afval. Interessante vraag is of we de pfas meenemen naar een volgend leven.
Paul de Jager zegt
Goeie!