Negen november 1991 was volgens de stichting Varkens in Nood een heugelijke dag: toen werd een EU-richtlijn van kracht die het routinematig couperen van varkensstaarten verbood. Het 25-jarig jubileum van deze wet is echter géén vrolijke aangelegenheid. Want nog altijd wordt 99% van de staartjes van het lichaam gebrand. Grofweg 750 miljoen biggetjes ondergingen de afgelopen kwart eeuw daardoor onrechtmatig deze ingreep.
Officieel is het afbranden van staartjes alleen toegestaan als het een boer tijdelijk niet lukt om staartbijten onder controle te krijgen. Nagenoeg alle varkenshouders beroepen zich, gesteund door hun veearts, echter steeds opnieuw op die uitzonderingsclausule. De overheid staat dit toe via de NVWA; inspecteurs vullen bij controles standaard in dat er inderdaad sprake is van een uitzondering. Het afbranden, dat plaatsvindt als het biggetje een paar dagen oud is, is uiteraard zeer pijnlijk; in de staart zitten veel zenuwen en verdoving of medicatie tegen de napijn worden niet gegeven.
Krulstaart als lakmoestest
Het meest schrijnende: als varkensboeren zich zouden houden aan de wet – die voorschrijft dat er voldoende afleidingsmateriaal, schoon drinkwater, gezonde stallucht en goede kwaliteit voer moeten zijn – is couperen geen noodzaak meer. De krulstaart is in die zin een lakmoesproef: het verraadt of een boer zich aan de wet houdt. Overigens bewijzen landen als Finland, Zweden, Zwitserland en Noorwegen dat het kán. Daar worden staartjes intact gelaten, ook in de gangbare varkenshouderij.
Vijfentwintig jaar gedogen is lang genoeg
Directeur Hans Baaij van Varkens in Nood: ‘Er is meer dan genoeg onderzoek gedaan, het is nu tijd voor actie. We hebben onze wetgeving niet voor niets. Routinematig couperen is verboden, en het is van de zotte dat het toch aan de orde van de dag is. Dat valt dierenartsen te verwijten, maar ook de boeren, de supermarkten en de overheid. Daarom beginnen wij een grootscheepse emailcampagne, waarin we deze vier partijen vragen zich aan de wet te houden of die te handhaven.’
Morgen –woensdag 2 november- staat het onderwerp als eerste op de agenda voor het Algemeen Overleg dierenwelzijn in de Tweede Kamer.