Geloof je dat?
Onder geloof versta ik hier een heilige overtuiging die door geen feit, ervaring of redenering onderuit gehaald kan worden.
Misschien denk jij bij het woord geloof of het woord heilig meteen aan godsdienst, maar lang niet elk diep geloof, lang niet iedere heilige overtuiging is een religie. Mensen geloven van alles en nog wat, ook in de wijsbegeerte, ook in de wetenschappen, ook in het dagelijks leven.
Neem nu de theorie van het minderwaardigheidscomplex, van Alfred Adler. Alles wat we doen en laten is volgens deze psychoanalyticus terug te voeren op inferioriteitsgevoelens. Hooghartigheid zou slechts een pose zijn waarmee iemand zijn gevoelens van minderwaardigheid probeert te verbergen of te overschreeuwen. Zo’n theorie verklaart alles maar voorspelt niets. Daardoor is ze niet te bewijzen of te ontkrachten. Net zomin als astrologie, creationisme, grafologie, urinetherapie, gebedsgenezing, homeopathie, de monadenleer, de humorenleer, de miasmentheorie, auralezen, handlezen, monotheïsme, pantheïsme, atheïsme, idealisme, materialisme, monisme, perennialisme, solipsisme, non-dualisme, taoïsme, essentialisme, nihilisme en fascisme.
Een geloof in deze zin, zo klein als een levensmotto of zo groot als een wereldreligie, is een gesloten systeem, een gedachtestelsel, een fort, een kluis. Wie erbuiten staat kan er niet in, wie erin zit kan er niet uit. We hebben immers te maken met een heilige overtuiging die door geen feit, ervaring of redenering onderuit gehaald kan worden.
Ieder geloof verdeelt de mensheid in gelovigen en ongelovigen. Die laatsten zijn natuurlijk ook gelovigen; ongeloof is simpelweg een geloof dat een ander geloof ontkent – een tegengeloof. Atheïsme is een tegengeloof van theïsme. Boeddhisme is een tegengeloof van hindoeïsme. Anarchisme is een tegengeloof van monarchisme. Nihilisme is een tegengeloof van essentialisme. Protestantisme is een tegengeloof van katholicisme. Of omgekeerd natuurlijk, het is maar net hoe je het bekijkt.
Met gelovigen valt niet te praten, behalve door geloofsgenoten. Met tegengelovigen valt evenmin te praten, behalve door tegengeloofsgenoten. Tussen gelovigen en tegengelovigen ontstaat geen gesprek.* Zelfs als ze met elkaar praten, praten ze met zichzelf. Hun geloof staat tussen hen in.
* Behalve in de eindfase, als er door leegloop een oecumenische beweging op gang komt.
Tot zover dit verhaaltje over geloof. Geloof je het? Is het religie, filosofie, psychologie, sociologie, pseudologie of nog iets anders, wat denk jij? O, moet ik het zeggen.
Niet-weten is het einde van het heilige geloof, tegengeloof en ongeloof in al je gedachten over geloof, tegengeloof en ongeloof, en over wat dan ook.