Slot van een 7-delig dwaalgesprek over niets.
Nadia: Ik probeer een conclusie te trekken om dit gesprek af te ronden.
Hans: Ken je het gedicht Wu dat chanmeester Wumen Huikai (Mumon) in de dertiende eeuw schreef na zijn ontwaken?
Nadia: Nee.
Hans: Het gaat zo:
wu wu wu wu wu
wu wu wu wu wu
wu wu wu wu wu
Nadia: Zegt me niets.
Hans: Dat kan kloppen, wu is Chinees voor nee of niet:
niet niet niet niet niet
niet niet niet niet niet
niet niet niet niet niet
Nadia: O.
Hans: Zo kun je het ook zeggen.
Nadia: Jij bent zeker de leukste thuis.
Hans: Van de Spaanse mysticus Johannes van het Kruis is een soortgelijk gedicht overgeleverd uit de zestiende eeuw:
nada nada nada
nada nada nada
aún en el monte
nada
Nadia: Zegt me ook niets.
Hans: Nada is Spaans voor leegte, niets, nop:
nop, nop, nop
nop, nop, nop
en ook op de top
nop
Nadia: Hm.
Hans: Waarom schreef Johannes van het Kruis dit? Hoe kom je tot zoiets? Wat denk jij dat hij gezien heeft bovenop die berg?
Nadia: Tja.
Hans: Het Niets dat God heet? Het niets dat Johannes van het Kruis heet? Het niets dat ziel heet? Het niets dat wereld heet? Het niets dat wijsheid heet? Het niets dat dwaasheid heet? Het niets dat niet-weten heet? Gewoon niets?
Nadia: Eh…
Hans: Wat denk je dat Johannes van het Kruis bedoelde toen hij de hoogste kennis omschreef als ‘onbepaald’ en ‘zo licht en teer dat de ziel niet in staat is haar te zien of op te merken’?
Nadia: Ik pas.
Hans: ‘O’, ‘hm’, ‘tja’, ‘eh’, ‘ik pas’.
Nadia: En?
Hans: Voor iemand die er niet aan wil weet je het aardig te verwoorden.