Deel 4 van een 5-delig dwaalgesprek over de mystieke roos.
Misha: Je kan naar het concrete kijken tot je scheel ziet, maar is het niet juist het ongrijpbare, het heilige, het goddelijke, het numineuze dat voortdurend door de kieren van het concrete piept?
Hans: Voor gepiep moet je bij de Oppermuis wezen.
Misha: Volgens mij verwar jij de vinger met de maan.
Hans: Wanneer heb jij voor het laatst naar je vinger gekeken?
Misha: Je zet veel te laag in.
Hans: Je kan naar het hogere kijken tot je scheel ziet, maar zijn het niet juist de mensen, de dieren, de planten, de micro-organismen, de dingen die voortdurend door de kieren van het speculatieve piepen?
Misha: Ja, zo kan je het ook bekijken.
Hans: Het ongrijpbare, het heilige, het goddelijke, het numineuze – zijn het wel meer dan kletskoekjes bij de koffie, woorden bij de wijn? Chique manieren om te zeggen dat je er geen hol van snapt?
Misha: Nou nou.
Hans: De kosmos is gemaakt door God, zeggen we, daar is niets raadselachtigs aan, en nemen een slokje. God is het echte raadsel, hoe die de hele wereld heeft geschapen, zeggen we, en nemen een slokje. Niet ons leven is wonderbaarlijk, maar Zijn wegen, zeggen we en nemen een slokje, proost.
Misha: Lekker overzichtelijk, toch?
Hans: In den beginne misschien, maar nu allang niet meer. Hoeveel tetterende theologen en wauwelende wijzen ik al niet heb moeten aanhoren sinds ik van de moederkoek gescheiden werd; hoeveel meer sinds ik op eigen woorden kwam te staan.
Misha: Net zoveel als iedereen, ben ik bang.
Hans: Overal staan priestertypes te wijzen, naar de hemel, de zon, de maan, de sterren.
Misha: Naar het hogere.
Hans: Weg van het zogenaamd lagere.
Misha: Ik kijk ook liever weg hoor.
Hans: Weg van die onvoorspelbare, onbeheersbare en onbegrijpelijke aarde. Weg uit dat onvoorspelbare, onbeheersbare en onbegrijpelijke lichaam. Weg uit die onvoorspelbare, onbeheersbare en onbegrijpelijke geest. Weg van die onvoorspelbare, onbeheersbare en onbegrijpelijke mensen, dieren, planten, micro-organismen en dingen om je heen.
Misha: Weg van het niet-weten, wou je zeggen.
Hans: En zo wordt het geheim van de kosmos gereduceerd tot het geheim van het goddelijke, en dat weer tot heilige boeken, heilige beelden en heilige plaatsen waar heilige mannen in ruil voor het slijk der aarde bemiddelen tussen de onwetende zot en de alwetende God.
