Deel 1 van een 5-delig dwaalgesprek over de mystieke roos.
Misha: Heb jij weleens van de mystieke roos gehoord?
Hans: Je zal het maar hebben.
Misha: Wat?
Hans: Mystieke roos.
Misha: Niet mystieke roos. Dé mystieke roos.
Hans: Rosa Mystica is een eretitel van Onze Lieve Vrouwe.
Misha: Ben jij katholiek dan?
Hans: Maria Santissima Rosa Mystica bid voor ons.
Misha: Voor gnostici is de mystieke roos het diepste geheim van de kosmos.
Hans: Op de zwarte tulp na, zou ik denken.
Misha: Dat was windhandel.
Hans: De rosa mystica niet?
Misha: Windhandel is speculatie.
Hans: Daar heb je het al.
Misha: Tja.
Hans: Wat is volgens jou het diepste geheim van de kosmos?
Misha: Ik ben geen gnosticus, hè.
Hans: Nee, wie wel.
Misha: God.
Hans: God is een gnosticus?
Misha: Nee, God is het diepste geheim van de kosmos.
Hans: Dieper wordt het niet. Turtles all the way down.
Misha: Wat is volgens jou het diepste geheim van de kosmos?
Hans: De kosmos.
Misha: Hè?
Hans: En het op een na diepste geheim van de kosmos?
Misha: Nou?
Hans: Dat de kosmos het diepste geheim van de kosmos is.
Misha: Het diepste geheim van de kosmos is de kosmos?
Hans: Voor mij wel. Ik vind alles even mysterieus. Niet alleen de schildpad, niet alleen de aarde, niet alleen de appelboom, niet alleen de appel, niet alleen de val van de appel, niet alleen de zwaartekracht, niet alleen de theorie van de zwaartekracht, niet alleen de natuurkunde, niet alleen de natuurkundige, niet alleen de natuur, niet alleen het bovennatuurlijke, niet alleen het tegennatuurlijke, maar alles, wat dan ook.
Misha: Het bestaan zelf is de mystieke roos.
Hans: Volmaakt verstopt in zichzelf als zichzelf.
Misha: Een open geheim.
Hans: En iedereen maar zoeken naar een achterliggend geheim.
Misha: Maar dat is er niet?
Hans: Geen idee. Dat maakt deel uit van het geheim.
Misha: Klinkt als het einde van de weg.
Hans: Wat je zegt. Ik hoef het geheim aan niemand te ontfutselen. Ik hoef het voor niemand verborgen te houden. Ik hoef het voor niemand te bewaren. Ik hoef het aan niemand te onthullen.
Ik hoef niets te leren of af te leren, niets te doen of te laten en nergens heen te gaan of weg te blijven om het te kunnen ervaren. Ik kan het nooit niet ervaren. Het is overal en ik ben het ook. Jij bent het ook. We zijn het zelf.
Misha: Ik vind het een beetje… banaal.
Hans: Jij houdt meer van… transcendentaal.
Misha: Iets om me aan op te trekken.
Hans: Je zoekt het hogerop.
Misha: Of het hogere hier.
Hans: Het lagere hier bevalt je niet.
Misha: ‘Het is overal en ik ben het ook’, zeg je. Is dat geen verwijzing naar het hogere? Wat is het Het dat jij bent?
Hans: Wat is het Het in ‘Het sneeuwt’?
Misha: Watte?
Hans: Alleen als het watten sneeuwt.
Misha: Ik kan je even niet volgen.
Hans: Geen idee wat of Wat het is dat ik ben, gesteld dat ik wat ben. Het hogere laat ik over aan mensen die al op de hoogte zijn. Van nature ben ik zeer laag-bij-de-gronds, struikel niet.
Misha: Jij ziet jezelf niet als goddelijk of god?
Hans: Ik ben geen god, ik ben een zot die uit ontzag met alles spot.
