Deel 2 van een 5-delig dwaalgesprek over de mystiek van niet-weten en niet weten van mystiek.
Lukas: Ik kan uit je woorden niet opmaken of jij mystieke ervaringen hebt gehad zoals gedefinieerd door William James.
Hans: Niet-weten gaat de hele dag door, dus een in de tijd begrensde ervaring die diepe indruk heeft gemaakt en mijn leven voorgoed heeft veranderd, zoals William James voorschrijft, kan ik het niet noemen. Ook is niet-weten geen uitzonderlijke ervaring die mijn leven voorgoed veranderd heeft; het is zelf die verandering. Eentje die diepe indruk heeft gemaakt, en blijft maken.
Stel je voor, iets dat aldoor indruk maakt, of iemand. Toe maar, gebruik je fantasie. Hebbes? Wat je je ook voorstelt, dat is het niet. Agnose is een complete geestelijke heroriëntatie, alsof je knieën ineens de andere kant op knikken, je kop achterstevoren op je romp staat, je ogen hun kassen hebben verlaten en vrij rondschieten, niet langer gebonden aan een gemeenschappelijk stand- of brandpunt. Agnose is een radicaal andere manier van denken.
Lukas: Hoe anders?
Hans: Niet langer grijpend, selecterend, concluderend, onderbouwend en stellend, maar tastend, inventariserend, relativerend, ondermijnend en ontstellend.
Lukas: Waar is dat goed voor?
Hans: Daar gaat het niet om. Niet-weten is geen methode om iets te bereiken. Wat het tot gevolg heeft is bijzaak.
Lukas: Is tasten niet het voorstadium van grijpen?
Hans: Wel als het wordt gemotiveerd door weetgierigheid of angst voor het onbekende of zoiets. In de context van niet-weten is tasten strelen en strelen koesteren.
Lukas: Wat koesteren?
Hans: Geen idee.
Lukas: Kom nou.
Hans: Geen idee koesteren. Baden in onbegrippelijkheid. Mijmeren in mindlessness.
Lukas: Waarover dan?
Hans: Wat je nu doet is grijpen, geen tasten.
Lukas: Omdat ik het wil begrijpen.
Hans: Ik mijmer over de vragen achter de antwoorden. De leegte achter de woorden. De ruimte rond de dingen. De problemen achter de oplossingen. De wegen voorbij de doelen. De velden langs de wegen. De keerzijden van de zijden. De ongrond onder de grond. Is dat tastbaar genoeg voor je?
Lukas: Het is dus niet zo dat je weigert te denken of je gedachten afknijpt zodat denkbeelden niet tot ontwikkeling kunnen komen?
Hans: Denk jij dat ik mijn gedachten in de hand heb? Die gaan gewoon hun gang hoor. Als een radio die niet uit kan. Ik heb ook geen playlist van favoriete gedachten om op repeat te zetten.
Gelukkig is denken vanuit niet-weten een aardig spel voor iemand als ik, met meer smaakpapillen op zijn cortex dan op zijn tong. Ik ben een fijnproever van kleine variaties en een liefhebber van paradigmaverschuivingen. Allemaal te beluisteren op dezelfde radio die niet uit kan.
Hierbinnen mag vrij gedacht worden, maar zodra denkbeelden DenkBeelden dreigen te worden en op zoek gaan naar een voetstuk in mijn dwaaltuin, grijpt de innerlijke iconoclast in en slaat ze goed stuk. Met sokkel en al. Een dwaalgast heeft geen voetstuk. Een dwaaltuin is geen beeldentuin.