Waarom Jezus geen concurrentie meer te duchten had van latere martelaren.
Een kistkruis is een kruis in de vorm van een doodskist om terdoodveroordeelden discreet in op te hangen; achter gesloten deuren, uit het zicht en buiten bereik van toeristen, vogels, knaagdieren, vliegen en muggen.
Het kistkruis is uitgevonden halverwege de eerste eeuw op hetzelfde moment als de kruiskist.

Een kruiskist is een doodskist in de vorm van een kruis, om gekruisigden, lijkstijf of niet, op ieder gewenst moment te kunnen begraven zonder voorafgaande kruisafname.
Het enige verschil tussen een kistkruis en een kruiskist is de stand. Een liggend kistkruis heet een kruiskist, een staande kruiskist een kistkruis.

Met het kistkruis hoopten de Romeinse keizers te voorkomen dat er nog eens een cultus zou ontstaan rondom een van de gekruisigden. In die opzet zijn ze voortreffelijk geslaagd.
Onbedoeld speelden de keizers daarmee de christenen in de kaart, omdat Jezus geen concurrentie meer te duchten had van latere martelaren. Zo kon het kruis waaraan hij stierf uitgroeien tot hét symbool van het christendom.
Dat een martel- en executiewerktuig nog eens een geliefd wand- en halssieraad zou worden van miljarden gelovigen had geen alien kunnen bevroeden, maar van mensen kan je alles verwachten.
Dat een dergelijke godsdienst de wereld sindsdien verrijkt heeft met vele nieuwe martelwerktuigen en -praktijken hoeft niemand te verbazen.