Nadat de tempelklok had geluid, trokken de monniken zo snel mogelijk hun rituele gewaden aan en verzamelden zich in de meditatiehal. Tot hun verbazing was de meester nog niet aanwezig, terwijl hij gewoonlijk als een van de eersten de hal betrad.
Tien minuten nadat de laatste monnik was verschenen, arriveerde eindelijk de meester. In plaats van rituele gewaden of een alledaagse pij droeg hij zijn adamskostuum.
De hoofdmonnik improviseerde: ‘Als alles een uitdrukking is van het ene, waarom dan nog rituele gewaden aantrekken als de tempelklok luidt?’
De monniken keken hem verbaasd aan, maar toen de hoofdmonnik zich begon uit te kleden, volgden ze blozend zijn voorbeeld. Ongemerkt sloop de meester weg.
Niet veel later luidde de tempelklok opnieuw en maakte de meester voor de tweede keer zijn opwachting, ditmaal in vol ornaat, onder de bibberende monniken.
Deze tekst maakt deel uit van de serie Niet om door te komen, de Poortloze Poort. Woord: Hans van Dam. Beeld: Lucienne van Dam. Alle teksten van deze serie. De Poortloze Poort op NietWeten.nl. Alle publicaties van Hans van Dam in het Boeddhistisch Dagblad.