Boeddha en God, Zelf en ik – allen zijn volgelingen van het Grote Tja. Maar het Grote Tja is niet te volgen. Het is een meester van niets.
Geïnspireerd door hoofdstuk 21 van de Daodejing
Meester Tja zegt:
Mijn zien is zonder zien.
Mijn horen is zonder horen.
Mijn ruiken is zonder ruiken.
Mijn voelen is zonder voelen.
Zien, horen, ruiken, voelen –
Alle volgen het Grote Tja.
Mijn denken is zonder denken.
Mijn weten is zonder weten.
Mijn menen is zonder menen.
Mijn oordelen is zonder oordelen.
Denken, weten, menen, oordelen –
Alle volgen het Grote Tja.
Mijn doen is zonder doen.
Mijn laten is zonder laten.
Mijn komen is zonder komen.
Mijn gaan is zonder gaan.
Doen, laten, komen, gaan –
Alle volgen het Grote Tja.
Mijn geven is zonder geven.
Mijn nemen is zonder nemen.
Mijn hebben is zonder hebben.
Mijn zijn is zonder zijn.
Geven, nemen, hebben, zijn –
Alle volgen het Grote Tja.
Mijn spreken is zonder spreken.
Mijn zwijgen is zonder zwijgen.
Mijn leven is zonder leven.
Mijn sterven is zonder sterven.
Spreken, zwijgen, leven, sterven –
Alle volgen het Grote Tja.
Mijn geest is zonder geest.
Mijn lichaam is zonder lichaam.
Mijn liefde is zonder liefde.
Mijn haat is zonder haat.
Geest, lichaam, liefde, haat –
Alle volgen het Grote Tja.
Mijn lust is zonder lust.
Mijn onlust is zonder onlust.
Mijn wil is zonder wil.
Mijn onwil is zonder onwil.
Lust, onlust, wil, onwil –
Alle volgen het Grote Tja.
Mijn gehechtheid is zonder gehechtheid.
Mijn onthechting is zonder onthechting.
Mijn onderscheid is zonder onderscheid.
Mijn eenheid is zonder eenheid.
Gehechtheid, onthechting, onderscheid, eenheid –
Alle volgen het Grote Tja.
Mijn deugd is zonder deugd.
Mijn zonde is zonder zonde.
Mijn vreugde is zonder vreugde.
Mijn verdriet is zonder verdriet.
Deugd, zonde, vreugde, verdriet –
Alle volgen het Grote Tja.
Mijn waarheid is zonder waarheid.
Mijn wijsheid is zonder wijsheid.
Mijn kennis is zonder kennis.
Mijn filosofie is zonder filosofie.
Waarheid, wijsheid, kennis, filosofie –
Alle volgen het Grote Tja.
Mijn moraal is zonder moraal.
Mijn realiteit is zonder realiteit.
Mijn religie is zonder religie.
Mijn verlichting is zonder verlichting.
Moraal, realiteit, religie, verlichting –
Alle volgen het Grote Tja.
Mijn eenvoud is zonder eenvoud.
Mijn woord is zonder woord.
Mijn bede is zonder bede.
Mijn vaart is zonder vaart.
Eenvoud, woord, bede, vaart –
Alle volgen het Grote Tja.
Mijn Boeddha is zonder Boeddha.
Mijn God is zonder God.
Mijn Zelf is zonder Zelf.
Mijn ik is zonder ik.
Boeddha en God, Zelf en ik –
Allen volgen het Grote Tja.
Het Grote Tja is geen volgeling.
Mijn meester heeft geen meester.
Hij is een leerling van niets.
Ik ben mijn eigen leerling.
Het Grote Tja is niet te volgen.
Mijn meester heeft geen leerlingen.
Hij is een meester van niets.
Ik ben mijn eigen meester.