ZWALUW
Seizoenarbeiders, uit alle windstreken strijken jullie hier sinds jaar en dag neer. De een om te overwinteren, de ander om door te zomeren. Het maakt niet uit of je boerenzwaluw bent, huiszwaluw, oeverzwaluw, rotszwaluw of voor mijn part een roodstuitzwaluw helemaal uit Azië. Jullie komen aanvliegen om me aan te horen dus luister goed. Want het gaat jullie allemaal maar om één ding: met volle buik je broedsel warm houden.
Voor de één is het broedsel de eieren onder z’n kont, voor de ander is het broedsel het wereldraadsel in z’n kont. Sommigen broeden op verbetering van hun navigatie, anderen op het verleggen van de bestemming. Daar is allemaal niks mis zolang je ’t maar van harte doet.
Eén op de honderd van de aanwezigen hier snapt wat ik zeg, de rest niet. Van die rest weet de ene helft niet wat hij hoort. En de andere helft weet niet of hij het goed gehoord heeft. Is niet erg, morgen herhaal ik het. Overmorgen ook en volgend seizoen ga ik er gewoon mee door net zo lang tot ik de honderd vol heb.
Dat was het voor vandaag. Scheer je weg, anders wordt je broedsel koud.