De toetsingsvraag in mijn zentraining is: “Wat doet het mij?” Precies eenzelfde soort vraag is: “Wat is er gaande?” Het is voor mij wat momentafhankelijk welke vraag op welk moment beter werkt.
Wat doet het mij?
Deze vraag is toepasbaar op elke gebeurtenis in mijn dagelijkse leven, maar ik kan haar uitermate goed beoefenen in de zendo, binnen de sangha, op mijn kussen. Dit zijn immers oefenruimtes, waar bovendien veel gebeurt. Tussen de leraar en mij als leerling, tussen de leraar en andere leerlingen, tussen de leerlingen onderling. Er zijn voortdurend dingen gaande, en niet alleen in positieve zin.
Durf ik door de lagen van moraal, ethiek, gedragscodes en regels heen te vallen (wat niet hetzelfde is als me er niet aan hoeven houden) en in de eerste plaats oprecht naar mijzelf te kijken en, telkens weer opnieuw, mezelf deze vraag te stellen? Durf ik mijzelf antwoord te geven?
Het gaat hierbij niet zozeer om het psychologisch/therapeutische aspect (waarom doet het mij dit?). Noch gaat het erom een oordeel te vellen over het antwoord. Dat is niet specifiek goed of fout. Het gaat puur om het eerlijk, open en naakt zien en tegemoet treden van wat het mij doet, van wat er gaande is. Het antwoord te zijn. Dit is een voortdurende beoefening.
Ik kom er zelf op deze manier onder andere achter dat de zentraining puur over mij gaat. En niet zozeer over anderen, of over een zogenaamde objectieve waarheid. Het is louter subjectief. En ik kom er bijvoorbeeld achter dat veel, zo niet alle, kritiek, irritatie en boosheid jegens anderen te herleiden zijn tot diepere lagen die in mij gaande zijn: machteloosheid, verdriet. Het zit allemaal hier, in mij.
Het kussen is voor mij een veilige plaats dit te beoefenen.
Wat is er gaande?
Wat doet het mij?
Joop Romeijn zegt
Een mooie beschrijving, Marloes, van hoe het – bij jou – bij zen-meditatie aan toe gaat.
Maar je opmerking “Durf ik door de lagen van moraal, ethiek, gedragscodes en regels heen te vallen (wat niet hetzelfde is als me er niet aan hoeven houden)” verbaast me.
Wat hebben zen-boeddhisten toch een ambivalente verhouding ten opzichte van de ethiek !
Terwijl sila toch een van de drie facetten van het Achtvoudige Pad is, naast concentratie en wijsheid. En dan heb ik het natuurlijk over innerlijke ethiek, over inzicht dat het ene gedrag heilzaam is en het andere onheilzaam.
Ik ben ook niet zo gelukkig met je beeldspraak dat de ethiek een laag is waar je doorheen moet (kan) vallen en dat daar onder diepere lagen zouden zitten. Misschien moet je ook die beeldspraak loslaten.