De voorgaande dagen plaatste het BD een serie verhalen over zogenoemde boeddhistische grottempels in China. Mogelijk nog wel indrukwekkender van schoonheid en betekenis zijn de Maharashtra bergtempels in Ajanta (India). In negenentwintig, in de berg uitgehakte monumentale grotten, waarvan sommige al uit de tweede eeuw voor Christus dateren, is een rijkdom aan objecten uit de theravada- en mahayanatraditie te zien. Enkele van die objecten behoren tot de grootste meesterwerken in de geschiedenis van boeddhistische kunst in India.
De Ajanta zalen werden uitgehouwen in een hoefijzervormige rots langs de Waghora rivier. Ze werden door boeddhistische monniken gebruikt als gebedsruimten (chaitya grihas) en kloosters (viharas) tot ze na ongeveer negen eeuwen abrupt werden verlaten. Ze raakten in de vergetelheid tot ze in 1819 werden ontdekt.
De grotten verkeren nog in de originele staat. In de oudheid was elke zaal bereikbaar vanaf de rivieroever. Nu worden bezoekers via een terrasvormig pad naar de eerste grot geleid. Vandaar, van oost naar west, kunnen alle zalen worden doorlopen. Hoewel groots van opzet maakt de ligging van de tempels, in een serene omgeving, duidelijk waarom de monniken juist voor deze plek kozen om het meesterwerk te maken en er te wonen.
In de grotten zijn vele meesterwerken van boeddhistische kunst bewaard gebleven. Geheel in de geest van de theravadatraditie wordt de beeltenis van de Boeddha weergegeven in voetstappen of een troon. De grotten met objecten uit de mahayanatraditie zijn voorzien van kleurrijke muurschilderingen en enorme beelden die het leven van de Boeddha en verschillende bodhisattva ’s moeten verbeelden. In de grotten zijn ook scènes uit het toenmalige dagelijkse leven te zien.
In grot zesentwintig is een gebedshal uit de mahayanatraditie te zien. Het hoogtepunt is een groot beeld, de liggende historische Boeddha voorstellend op het moment van zijn overlijden. Rond hem rouwen zijn volgelingen over zijn heengaan. Hemelse wezens verheugen zich op de overgang van de Boeddha. In de grot is ook een stoepa te zien met een afbeelding van de Boeddha.
In grot zeventien is een mahayanaklooster ingericht met vele, goed bewaarde muurschilderingen. De afbeeldingen van maagden en hemelse muzikanten zijn op het plafond aangebracht, en Boeddha’s, hemelse wachters, godinnen, lotusblaadjes en andere werken sieren de deuropening.
Het deelvenster boven de deuropening toont de beeltenis van de zeven Manushi Boeddha’s (Boeddha’s in menselijke vorm) die samen met Maitreya, de toekomstige Boeddha onder de bodhiboom zitten.
In het complex wordt uitermate veel aandacht besteed aan de theravadatraditie. In grot nummer tien is een gebedsruimte te zien die als de oudste tempelgrot in dit complex wordt beschouwd, daterend uit de tweede eeuw voor Christus. Grot negen herbergt een van de vroegste gebedshallen, met boogramen die een zacht licht verspreiden. In de grot staat een grote stoepa.
Grot één is mogelijk wel de meest indrukwekkende van alle grotten van Ajanta. Elke centimeter van de wanden en het plafond is beschilderd, hoewel de kwaliteit van het werk door de eeuwen heen erg te lijden heeft gehad van het klimaat. De deuropening van het voorportaal wordt geflankeerd door muurschilderingen van twee grote bodhisattva ‘s. Aan de rechterkant is Avalokitesvara, de belangrijkste bodhisattva in het mahayana boeddhisme te zien. Links is de bodhisattva Padmapani te zien.
paul duckaert zegt
het blijft wonderbaarlijk,,,,,,,